Inlichtingendienst Rotterdam tot 2017
'Levende vissen zwemmen tegen de stroom in, alleen de dode drijven mee'. Zo luidt het devies van de AIVD. Het symboliseert de instelling van de dienst: niet passief meedrijven met de golven, maar actief stroomopwaarts, het oog gericht op bedreigingen van de nationale veiligheid. Tegen de stroom in: per undas adversas. Dit devies werd geïntroduceerd door mr. L. Einthoven, het eerste Hoofd Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD). Zie voor nadere informatie deze website voor de wijze van samenwerken van de ID Rotterdam met deze huidige Dienst (AIVD).
Bron: (10) (Meerdere afbeeldingen zijn ingekleurd)
Tussen warme en koude oorlog: de periode 1945-1949
In de eerste naoorlogse jaren werden de fundamenten gelegd voor de Nederlandse intelligence community zoals die tot aan het eind van de Koude Oorlog zou functioneren. Dat gebeurde vanuit twee invalshoeken: aan de ene kant vanuit de ervaringen opgedaan in de Londense ballingschap, aan de andere kant vanuit de oudere ervaringen met de GS IIl - organisatie zoals die had bestaan tot de Duitse inval. De Londense ervaringen waren voor een groot deel maatgevend voor de 'civiele' diensten: de uit het.........
Bureau Nationale Veiligheid (BNV) voortgekomen
Centrale Veiligheidsdienst (CVD) en de
Buitenlandse Inlichtingendienst (BID);
Voor de vormgeving van de militaire inlichtingen- en veiligheidsdiensten werd aanvankelijk in aanzienlijke mate teruggegrepen op het vooroorlogse GS III-model. Het Bureau Nationale Veiligheid (BNV) ressorteerde onder het Militair Gezag, was dus gemilitariseerd en had een tijdelijke taak: het opsporen en aan Justitie overdragen van agenten en medewerkers van de Duitse inlichtingen- en veiligheidsdiensten,,,, Abwehr, Sicherheitsdienst en Gestapo.
Uit geselecteerd personeel van het BNV vormde L. Einthoven in april 1946 de Centrale Veiligheidsdienst (CVD) die onder de minister-president ging ressorteren. Deze CVD was oorspronkelijk bedoeld als een kleine, coördinerende dienst op het gebied van politiek extremisme en contraspionage. Op analoge wijze was aan de twee maanden eerder in het leven geroepen Buitenlandse Inlichtingendienst (BID) oorspronkelijk een coördinerende rol toegedacht op het gebied van de inlichtingenvergaring betreffende het buitenland. Samen met de CVD ressorteerde de BID onder de minister-president, een politieke en ambtelijke inbedding die - anders dan voor de Tweede Wereldoorlog - geheel was losgemaakt uit de militaire sfeer en die gekozen was naar het voorbeeld dat men in Londen had gezien".
In de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog was het zicht van de CVD op het Nederlandse communisme nog niet 'dekkend'. Een en ander betekende dat de militaire veiligheidsdiensten genoodzaakt waren zelf antecedentenonderzoeken in te stellen. De Marine Inlichtingendienst (MARID) ging er al snel toe over dit werk geheel aan de CVD, later (1949) de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), over te laten. (12)
De Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) was een Nederlandse geheime dienst die was belast met het handhaven van de binnenlandse veiligheid. De BVD werd in 1949 opgericht en per 29 mei 2002 omgedoopt tot Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). De BVD zetelde aanvankelijk in een gebouw aan de President Kennedylaan in Den Haag. In 1993 verhuisde de dienst naar een pand in Leidschendam dat speciaal voor het huisvesten van de BVD was gebouwd (7)
De BVD werd in 1949 opgericht, als opvolger van het vier jaar eerder opgerichte Bureau Nationale Veiligheid (BNV) en de Centrale Veiligheidsdienst (CVD). De eerste leider was Louis Einthoven, die tot 1961 aanbleef. (7)
Heroprichting ID Rotterdam
Vrij spoedig na de capitulatie van de Duitsers in mei 1945 komt de heer Melles, die dan gedetacheerd is bij de Politieke Opsporings Dienst (POD) de latere Politieke Recherche Afdeling (PRA), met het voorstel de ID weer op te richten en op 1 juli 1945 is het zo ver.
Goeman en Maan komen op die datum bij de ID terug en op 22 juli gevolgd door Oldenampsen, Hendrik (10-4-1916). Op 5 augustus 1945 wordt Molenaar, Aris (21-12-1919) bij de ID geplaatst en op 19 oktober 1945 volgt nog Verhoeff, Gijs (17-2-1906). Gewerkt wordt onder leiding van Goeman. De heer Melles heeft wel de verantwoordelijkheid, maar is nog steeds bij de POD.
Op 1 december 1945 keert ook Melles naar het hoofdbureau terug en neemt de daadwerkelijke leiding van de ID op zich. Hij installeert zich achter het kolossale cylinder-bureau, geplaatst op de kamer, waar later de rechercheurs van de buitendienst zetelen.
Aan het einde van het eerste bevrijdingsjaar bestaat de dienst uit: Inspecteur Melles en 5 rechercheurs. (1)
De jaren 1946 en 1947 geven nogal wat wisselingen te zien. Hoofdinspecteur Melles is op 1 augustus 1947 tot commissaris bevorderd en de inspecteur Kruit, Pieter, doet op diezelfde datum zijn intrede als chef ID. Eind 1947 bestaat de dienst uit één inspecteur en zeven rechercheurs. In 1948 wordt de ID verder uitgebreid met enige rechercheurs.
Molenaar gaat bij de ID weg om de inspecteurscursus te volgen en komt na enige jaren als inspecteur bij de ID terug.
Bron: (10)
Auteur mocht tijdens zijn werkzaamheden voor de ID Rotterdam de laatste jaren (tot 2017) samenwerken met de zoon van Oldenampsen (bovenstaand) toen werkzaam bij de Dienst Regionale Informatieorganisatie (DRIO) van de Eenheid Rotterdam.
Sterkte
1952 is een vruchtbaar jaar, wat de sterkte betreft, want niet minder dan zes nieuwe rechercheurs worden bij de ID geplaatst. Op 15 maart 1954, na de laatste aanvulling met De Leeuw van Weenen, Pieter Hendrik is de ID wat personeelsterke betreft op zijn hoogtepunt en bestaat uit hoofdinspecteur Kruit en inspecteur Molenaar als leiding, met 21 rechercheurs.
Deze toestand zal niet lang duren want per 1 september 1954 zijn er overplaatsingen, gaat Goeman met pensioen en Woudstra bij de BVD werken.
De heer Kruit vertrekt op 4 april 1956 naar de recherche en wordt vervangen door inspecteur Reeder, Anne, met Molenaar als rechterhand.
Nadat Molenaar per 1 juli 1958 naar de geüniformeerde politie wordt overgeplaatst komt op 23 mei 1960 inspecteur Brouwer, Gerrit Willem de leiding versterken want de inmiddels tot hoofdinspecteur bevorderde Reeder zal op 1 augustus van dat jaar tevens als chef Vreemdelingenpolitie gaan fungeren. De dagelijkse leiding komt dan in handen van inspecteur Brouwer. (1)
De stijgende welvaart doet het werk van de ID uiteraard niet toenemen en in 1962 wordt na rijp beraad besloten tot inkrimping van de dienst over te gaan. In dat jaar volgen vier overplaatsingen naar diverse diensten. (1)
Commissariaten Inlichtingendienst Rotterdam
De opsomming van de personeelsbezetting bij de ID zou niet volledig zijn, als de commissarissen ongemerkt de revue zouden passeren.
Tijdens zijn embryonale staat heeft de dienst gestaan onder de heer Cornelis van de Pol.
Als Cornelis van de Pol op 1 oktober 1939 met pensioen gaat, komt de ID onder het commissariaat van de heer J.P. Roszbach. Dit duurt tot 1 mei 1941 en dan komt de dienst te ressorteren onder het commissariaat van de heer J.C. de Jong.
Ook dit zal niet van lange duur zijn want bij dagorder van 19 juni 1942 maakt de ‘bezettings’-hoofd-commissaris J.J. Boelstra bekend, dat de Inlichtingendienst vanaf die datum rechtstreeks onder hem ressorteert.(Johannes Joutes Boelstra (Stiens, 25 mei 1886 –Rotterdam, 11 januari 1951)
[Op last van Rauter werd het hoofd van de hoofdafdeling personeel van het DGvP, N. van der Schatte Olivier, bevorderd tot commissaris der Recherche eerste klas en met ingang van 24 juli 1944 voorlopig belast met de leiding van de Recherchehoofdafdeling Rotterdam. Diens voorganger, commissaris J.C. de Jong, werd tot eind september 1944 verlof verleend waarna hij op wachtgeld werd gesteld. Hierdoor werd de Rotterdamse Recherche voor het eerst onder nationaalsocialistische leiding geplaatst. (8)
Hoewel Boelstra zelf een NSB'er was en later ook lid werd van de Germaansche SS wist hij nazificering van het Rotterdamse politiekorps te voorkomen. In november 1947 kwam hij vanwege goed gedrag vervroegd vrij. (Wiki)]
Na de heroprichting in 1945
Na de heroprichting in 1945 valt de ID rechtstreeks onder H.M.C.A. Staal. (Henri Marie Conrad Antoine Staal (Sint Pieter, 30 november 1895 – Apeldoorn, 8 maart 1980). Als de heer Melles dan per 1 augustus 1947 tot commissaris wordt bevorderd, komt de dienst onder hem te staan en dit blijft zo tot 1 februari 1959.
(Bron: Het vrije volk : democratisch-socialistisch dagblad, dd 31-08-1961)
Op die datum komt de ID onder commissaris J.L. Krans, die evenwel per 1 september 1961 met pensioen gaat, waarna de ID onder commissaris Jan Martinus Lems valt. Ook dit is slechts van korte duur want per 1 december 1961 komt deze weer onder een oude bekende te ressorteren, namelijk de commissaris P. Kruit. (1)
Later wordt de ID organisatorisch onder overkoepelende organisaties gebracht. Vanaf de tachtiger jaren van de 20 ste eeuw zijn dit achtereenvolgens:
- Algemene Inlichtingendienst (AID) Waaronder de CID, OID en (P)ID (Crimineel, Openbare Orde en Politiek)
- Regionale Operationele Ondersteunende Diensten (ROOD)
- Centrale Taken (CT)
- Regionale Informatie Organisatoe (RIO) (1994)
- Dienst Regionale Informatie Organisatie (DRIO) (2013) (2)
Chefs | Hoofden (P/R) ID van 1927 tot heden
Bron: (10)
Chefs | Hoofden Inlichtingendienst
Rotterdam
Periode
IvP C. Bennekers
HIvP B. Melles
IvP P. Kruit
HIvP A. Reeder
12-09-1927 - 16-12-1940
01-07-1945 - 01-08-1947
01-08-1947 - 04-04-1956
04-04-1956 - 04-07-1963 (1)
(Over deze tussenliggende periode zijn de Hoofden ID vooralsnog onbekend)
Mr. H. Graafland
HIvP Hans van Klinken
tot 1986
vanaf 1986 - (King-Kong onderzoek)
Datum ondertekening 1e geheimhoudingsverklaring bij de ID Rotterdam, dd 9-9-1994
CvP Aad Bruijn
CvP Eelke K. Taconis
Drs. Carlo H.P.C.
Kier Brul
Mr. Arie J. B.
Mr. Esther A. B.
Dick C.P. A.
tot 05-02-1998
05-01-1997 - 26-07-2004
02-03-2004 - 30-06-2006
18-10-2006 - 31-08-2009
17-11-2009 - 12-01-2011
24-03-2011 - 11-12-2013
24-04-2013 tot heden (2017) (10)
Ambtelijke verbindingen van de ID Rotterdam voor 1940 en na de bevrijding in 1945
Zoals in het begin reeds is gememoreerd, is het bureau GS III de natuurlijke vader van de Inlichtingendienst. Zoals het een natuurlijke vader betaamt, liet hij zijn kind niet in de steek en werd er voor gezorgd, dat de ID, ook financieel gesteund, zijn werkzaamheden naar behoren kon verrichten. De ID onderhield zeer nauwe relaties met GS III en in feite was dit bureau voor 1940 het enige coördinerende lichaam in ons land. Toch zijn en blijven de inlichtingendiensten in de beginperiode volkomen autonome instellingen van de politiekorpsen, die hun eigen lijn bepalen. Naast de verbinding met GS III worden goede relaties onderhouden met de in totaal 20 Rijksrechercheurs, die Nederland voor de oorlog kent en die rechtstreeks werken onder de Procureurs-Generaal (PG), die, ieder voor hun ressort, optreden als fungerend directeur van politie. (1)
Samenwerking Inlichtingendienst (ID) Rotterdam met de Generale Staf ( GS III)
De samenwerking van de ID met GS III geeft ten opzichte van de Procureurs-Generaal wel eens aanleiding tot enige wrijving. De ID rapporteert namelijk meer en uitgebreider aan GS III dan aan de PG, waardoor deze zich in zijn functie van fungerend directeur van politie aangetast voelt. Vooral in het laatste jaar voor het uitbreken van de 2e WO geeft dit menige strubbeling en op een gegeven ogenblik dreigt GS III zelfs het personeel van de ID een militaire status te geven, zodat de PG zijn zeggenschap over de politie-ID niet meer kan doen gelden. Het blijft echter bij een dreigement; de moeilijkheden worden onderling opgelost en het plan komt niet tot uitvoering. (1)
Inlichtingendienst (ID) Rotterdam versus MI5 (A.J.J. (Aad) Vrinten
Ook met de stedelijke veiligheidsdiensten van Hamburg en Antwerpen worden goede betrekkingen onderhouden. Met de Engelse dienst heeft men geen contact en de grote man van de Engelsen, de ‘koopman’ Vrinten, die herhaaldelijk tracht bij de ID in het gevlei te komen, vindt een gesloten deur.
Als op 10 mei 1940 de oorlog uitbreekt, komt Vrinten bij de ID en zegt, dat het nu toch wel tijd zal worden om samen te werken. Hem wordt andermaal de deur gewezen (1)
De activiteiten van A.J.J. Vrinten worden elders op deze site uitgebreid weergegeven. (2)
Militair Gezag (MG) - Bureau Nationale Veiligheid (BNV) - Centrale Veiligheidsdienst (CVD) -
Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD)
Na 1945 wordt Nederland allereerst onder het bestuur van het Militair Gezag geplaatst. Het MG richt op 29-5-1945 het Bureau Nationale Veiligheid (BNV) op, waarvan aan het hoofd komt te staan de kolonel Mr. L. Einthoven, de vroegere Rotterdamse hoofdcommissaris. Het bureau wordt gesplitst in 2 afdelingen, nl het
Bureau A onder leiding van de oud-illegaal Sanders en het
Bureau B onder leiding van de commissaris Crabbendam.
Het bureau A houdt zich bezig met de politieke overblijfselen van de bezettingsjaren, doch het bureau B richt zich op het extremisme, waarbij uiteraard ‘links’de hoofdschotel vormt. De ID gaat nu rechtstreeks aan het BNV rapporteren. Spoedig zal de naam BNV verdwijnen en op 1-10-1946 wordt de naam gewijzigd in CVD (Centrale Veiligheidsdienst).
<<<<<-----------
(1986) Willem (Wim) Evert Sanders (Arnhem, 9-8-1908 – Amsterdam, 11-4-1995) was een Nederlandse politieman, verzetsstrijder en kreeg in 1945 de leiding van afdeling A van het dan opgerichte Bureau Nationale Veiligheid (BNV). Het bureau A houdt zich bezig met de politieke overblijfselen van de bezettingsjaren (Bron; Wikipedia)
>>>>>>>
J.G. Crabbendam, 2e van rechts als leider van bureau B van het Bureau Nationale Veiligheid (BNV) bij de aanhouding van NSB-leider Anton Mussert (Bron: Nieuwe Leidsche Courant, dd 17-4-1965)
>>>>>
Johann Gottlieb Crabbendam (9-1-1913 - 19-2-1995) vertellend over de aanhouding van NSB-leider Anton Mussert, dan bijna 20 jaar geleden. (Bron: Nieuwe Leidsche Courant, dd 17-4-1965)
In 1949 wordt bij geheim Koninklijk Besluit de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) opgericht en wordt een omschrijving van de taken en bevoegdheden van de BVD gegeven (8 augustus 1949).
Het bureau GS III keert na de oorlog terug, doch nu onder de naam G2, waarbij het bureau is gesplitst in twee afdelingen, namelijk G2a (buitenland) en G2b (binnenland). Daarnaast verschijnen de Marine Inlichtingendienst (MARID) en de Land- en Luchtmacht Inlichtingendienst. Ook wordt de Buitenlandse Inlichtingendienst (BID) in het leven geroepen..
Met als deze diensten zal de ID goede relaties onderhouden.(1)
De huisvesting van de Inlichtingendienst Rotterdam
De ID wordt bij zijn oprichting (1927) gehuisvest in een kamer naast het politieposthuis in het Stadhuis. Lang zal men hier niet blijven, want in het begin van 1930 gaat men over naar het oude hoofdbureau. Terloops is er al op gewezen dat de naam inlichtingendienst taboe was en om dit te accentueren is het misschien wel aardig de letterlijke tekst te citeren van de nota, waarin de plaatsing van de ID bekend werd gemaakt.
Deze luidt:
“Nota no. 62a
Het bureau van den Inspecteur van politie C. Bennekers is verplaatst van het Nieuwe Stadhuis naar het Hoofdbureau Haagsche Veer.
10 Mei 1930
De HCvP A.H. Sirks” (1)
Was in de wandeling het noemen van de naam inlichtingendienst een doodzonde, wij zien hier, dat zelfs in een officiële nota deze naam angstvallig wordt vermeden.
De ID komt te zetelen in de ‘pijpenla’ boven de kamer van de hoofdcommissaris, naast de recherche. Ook hier zal men slechts een paar jaar zitten, want in 1934 wordt de dienst verplaatst naar de kelder. Als in de zomer van 1937 (13 augustus) de eerste vleugel van het nieuwe hoofdbureau in gebruik komt, gaat de ID naar de lokaliteiten, waar de dienst in 1963 nog gehuisvest was. (1)
Huisvesting ID Rotterdam aan de Heer Bokelweg van < 1987 tot juni 1989 in kantoorgebouw ‘Katshoek‘ dat strategisch is gelegen nabij het centrum van Rotterdam en zich kenmerkt door haar ligging nabij station ‘Hofplein‘ en de invalswegen naar de rijkswegen. Het gebouw beschikt over een eigen parkeergarage en achter het gebouw gelegen parkeerdek. Bereikbaarheid
per auto: Vanaf de ring Rotterdam-Noord is de Katshoek goed bereikbaar via zowel de Schiekade als de Statenweg. Per openbaar vervoer uitstekend bereikbaar door de ligging op nog geen 200 meter van het Centraal Station (CS), ook de metro en diverse tramlijnen liggen op een steenworp afstand.
Heer Bokelweg
In een door de chefs (P)ID/OID, CID, Misdaadanalyse en Herkenningsdienst ondertekende brief van 12 december 1988 aan de waarnemend politie directeur bedrijfsvoering wordt na het vertrek van het bureau Vorming en Opleiding, waarmee tegelijkertijd de kantine verdwenen is, gevraagd of de zogenaamde automatenwand, welke als alternatief voor de
kantine geplaatst is, regelmatig kan worden aangevuld. De automaten zijn regelmatig defect, leeg of gevuld met etenswaren waarvan de houdbaarheidstermijn verstreken is.
Op dat moment werken ca. 110 politiemensen bij de genoemde politiediensten aan de Heer Bokelweg, van wie een niet onaanzienlijk gedeelte in de (vol)continu.
De ondertekenaars stellen dat welke verklaring dan ook door de afdeling Bedrijfsrestauratie voor deze gang van zaken gegeven moge worden, het nooit een excuus kan zijn om ca. 100 personeelsleden van ons korps op een dergelijke, haast minachtende wijze, logistiek te verwaarlozen!
Zij verzoeken de directeur Bedrijfsvoering dan ook met klem te bevorderen dat op korte termijn deze voorzieningen aan de Heer Bokelweg op een acceptabel peil worden gebracht.(10)
ID-ruimte Haagseveer / geautomatiseerde administratie
Op 11-3-1988 wordt aan de hoofdinspecteur van het projectbureau Nieuwbouw in het kader van de inrichting ID- ruimte Haagseveer een bestelling gedaan van benodigde kantoormeubels. Tevens wordt aangegeven dat men nog steeds met kaartenbakken werkt, maar dat het niet uitgesloten is dat de ID dan de beschikking heeft over een geheel, dan wel gedeeltelijke geautomatiseerde administratie (kaartenbestand). Van de kaartenbakken wordt het aantal, diepte, lengte en breedte opgegeven. Totaal 72 rijjen kaarten met een diepte van 65 cm. Een tekening werd bijgevoegd.
Buiten hetgeen vermeld staat in het eerder genoemde historisch ID-document met de titel ‘Het onstaan van de Inlichtingendienst’, kunnen vanaf 1987 de volgende locaties genoemd worden waar de ID was gehuisvest
Huisvesting ID Rotterdam aan de Westblaak 134, van 2-6-1989 tot juni 1993, in het 'Westblaak Gebouw'' De Westblaak is een brede straat in het centrum van Rotterdam. Deze verbindt het Churchillplein (met in het verlengde de Blaak) met het Eendrachtsplein.
Heer Bokelweg / Westblaak
Zoals eerder vermeld is In 1987 is de ID al enige tijd gevestigd op de 3e etage van de Heer Bokelweg, Op 2-6-1989 wordt verhuisd naar de 4e etage aan de Westblaak 134, waarna op 24 juni 1993 wordt overgestapt naar de 3e etage, vleugel C, van het Hoofdbureau aan het (Haagseveer) Doelwater 5 te Rotterdam. (10)
De plaats van de Inlichtingendienst Rotterdam in het Korps
Het overzicht, hoe bescheiden dan ook, zou niet volledig zijn, als geen aandacht wordt geschonken aan de plaats van de Inlichtingendienst in het korps. Vooral voor 1940 hing een groot waas van geheimzinnigheid rond de ID, een geheimzinnigheid welke (in 1963) voor een groot deel is verdwenen. Vroeger werd de ID gezien als een extra geheime Centrale Controle en de rechercheurs werden zonder meer gezien als ‘superloenaars’ van de hoofdcommissaris. Kwam een ID-man dan ook ergens op een afdeling, dan verstomde het gesprek en een zucht van verlichting steeg op, als de man weer verdwenen was. (1)
Ook de eerste jaren na 1945 was de situatie nog zo, maar gelukkig is deze toestand radicaal gewijzigd en wordt de ID heden ten dage (in 1963) als een normaal mens gezien en dienovereenkomstig door zijn collega’ s tegemoet getreden.
De ID-schrijver sluit in februari 1963 zijn beschrijving van het ontstaan van de Inlichtingendienst met de volgende ontboezeming af: (2)
90 jarig Jubileum Inlichtingendienst Rotterdam
“Als de vreedzame coexistentie, geroemd door de machthebbers in het Kremlin, voor hen geen lippenbelijdenis is, De Voorzienigheid ons leven gunt en de korpsleiding ons daartoe in staat stelt, dan hoop ik, dat wij op 12 september 1967 op waardige wijze het 40-jarig bestaan van de roemruchte Rotterdamse Inlichtingendienst zullen herdenken’ (1)
12 september 2017 is het 90 jarig bestaan, waaraan de titel van deze website ontleend is. (2)
Uit deze ontboezeming valt op te maken dat men als inlichtingen(diensten) bijzonder alert is op het gevaar uit het oosten en men daar voor de BVD lokaal bijzonder inlichtingenmatige aandacht voor had. De Koude Oorlog is dan al lang aan de gang en zal tot de val van de Muur in Berlijn in 1991 doorlopen.(2)
Samenwerking RID < > AIVD
Kort weergegeven kan gesteld worden dat de samenwerking met de landelijke ID, respectievelijk het BNV, sinds 1-10-1946 de Centrale Veiligheidsdienst (CVD), in 1949 de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) en nu de AIVD steeds hechter is geworden. Eén en ander wordt vanwege de Commissie van de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CIVD) en de politiek min of meer opgelegd. Meerdere malen zijn projecten uitgevoerd ter verbetering van de samenwerking. (9)
In 2017 is het niveau van samenwerking op basis van gelijkwaardigheid omgezet naar een basis van gelijkheid. Deze basis is bereikt door de ID geheel qua personeel opnieuw in te richten; zodanige bouwkundige aanpassingen uit te voeren dat de beveiliging gelijk is met die van de AIVD, waardoor ook de processen op eenzelfde wijze konden worden toegepast. Later zal hier uitgebreider op worden teruggekomen (2)
Taakverdeling tussen de BVD en de (politie) inlichtingendiensten
(<= Bron: inlichtingendiensten.nl)
De BVD in de twintigste eeuw, institutionele geschiedenis van de Binnenlandse Veiligheidsdienst, 1945 - 2000, door DICK ENGELEN
Dat al vroeg hard gewerkt werd aan een taakverdeling tussen de BVD en de inlichtingendiensten van de plaatselijke politie wordt in een brief weergegeven welke op 6 februari 1962 door het kabinet van de Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland is opgesteld en gestuurd aan de Burgemeesters van gemeenten met gemeentepolitie in de provincie Zuid-Holland
In deze als ‘GEHEIM’ gerubriceerde brief (zie document) wordt o.m. gesteld dat “enige jaren geleden (voor 1962) hebben onder leiding van de toenmalige Chef van de afdeling Politie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken tussen de BVD en de hoofdcommissarissen van politie van de vier grote gemeenten besprekingen plaats gevonden teneinde een praktische taakverdeling tussen de BVD en de inlichtingendiensten van de betrokken politiekorpsen te kunnen opstellen. De toenmalige Minister van Binnenlandse Zaken heeft zich verenigd met de resultaten van deze besprekingen, welke hem in de vorm van een advies was voorgelegd. Dit advies bevatte een concretisering van de gebruikelijke taakverdeling en is sedertdien als richtsnoer gebruikt bij de samenwerking tussen de BVD en genoemde inlichtingendiensten. In de praktijk is evenwel de wenselijkheid gebleken dat aan dit advies ruimere bekendheid wordt gegeven. Het werk van de inlichtingendiensten is ook in kleinere korpsen steeds verder geëvolueerd en het kwam de minister van Binnenlandse Zaken derhalve gewenst voor, dat bij het optreden van een nieuwe burgemeester plaatselijk een overzicht ter beschikking is van de gebruikelijke gang van zaken.
Zoals U uit het bijgevoegd gedeelte van het advies kan blijken, wordt daarin enerzijds een omschrijving gegeven hetgeen tot de taak van de inlichtingendienst van de plaatselijke politie wordt gerekend met de werkzaamheden welke ter uitvoering daarvan worden verricht, terwijl daarnevens wordt aangegeven welke werkzaamheden bij uitsluiting aan de BVD toevallen. De mogelijkheid wordt uiteraard opengelaten in bepaalde gevallen in gezamenlijk overleg tussen het hoofd van de BVD en de korpschef, van de aangegeven gedragslijn af t wijken”.
An het eind van de brief wordt verzocht bijgevoegde bijlage aan het korpschef ter hand te stellen en waarbij het bijgevoegde ontvangstbewijs teruggezonden dient te worden.
In de bijlage staan o.m. datgene wat opgedragen wordt, o.m. het inwinnen van gegevens omtrent personen en stromingen, waarna 6 doelgroepen genoemd worden, w.o. de CPN met haar neven en mantelorganisaties en andere links- of rechts extremistische groepen. Tevens behoorde het houden van antecedentenonderzoeken verband houdende met dienstplicht, aanvragen van een paspoort of emigratie enz. (10)
Van carthotheek naar volledige automatisering
Er is enige tijd overheen gegaan voordat een volledige geautomatiseerde ID Rotterdam was ontwikkeld. De hoofdinspecteur van politie (Hoofd ID) vraagt op 8-12-1988 in het kader van de geautomatiseerde inconveniëntenregeling om een tweede computerconfiguratie. Op dat moment beschikt de ID al sedert een klein jaar over een computer.
De 2e computer, toetsenbord, beeldscherm van het merk IBM, een HP-deskjet printer, een handboek daarvoor, 1 introductiefloppy met handboek en een printerkabel worden op 14-12-1988 door bureau Informatievoorziening in goede orde bij de ID/OID afgeleverd. (10)
Deze computer wordt gebruikt voor de invoer van personenkaarten, t.w. de politiek actieve personen van Turkse afkomst. Een groot deel hiervan hebben politiek-asiel aangevraagd en zijn dus eveneens bekend, met portretfoto, bij de Vreemdelingendienst (VD). Zodoende kunnen de Turkse informanten/agenten pasfoto’s getoond worden. De informanten kenden deze asielanten uitsluitend onder hun aliasnaam met de toevoeging van de organisatie waarvoor zij actief waren. Bijvoorbeeld Mehmet van de TKP-ml Hareketi. U zult begrijpen dat de ID zowel van de politie Vreemdelingendienst (VD) zijde informatie verkreeg als aan de ‘warme’ kant, van informanten. (2)
Nadat al honderden kaarten door een collega in de enige computer van de PID zijn ingevoerd ontstaat een moment waarop die collega vraagt of hij bij een vraag van het computerprogramma de ‘enter’-toets kan indrukken. Voordat een besluit kan worden genomen wordt op de ‘enter’-toets gedrukt en zijn alle persoonskaarten niet meer zichtbaar te krijgen. De toenmalige adjudant van de ID (Arie S.) die erom bekend stond dat hij zich bij dergelijke situaties nogal heftig kon uitdrukken, deed dit nu eveneens. De toenmalige politie ICT-dienst, I&A/T genaamd, hebben de persoonskaarten weer leesbaar gekregen. (2)
Nog een lange periode wordt de kaartenbak gebruikt om de personen en organisaties waar interesse vanuit de AIVD/ID voor wordt getoond actueel te houden. ’s Ochtends werd dan begonnen met het scheuren (met de liniaal) van de door het stadhuis geleverde mutaties van overlijden, huwelijk en verhuizing. Vervolgens werden deze alfabetisch gerangschikt waarna deze in stapeltjes aan de binnendienstmedewerkers werd verdeeld. De persoonskaarten welke betrekking hadden op de mutatie werd uit de kaartenbak gehaald en werd de betreffende mutatie op de persoonskaart getypt. Dit was immer een secuur en arbeidsintensieve activiteit. Bij verhuizing van en zich in de kaartenbak bevindend persoon naar een andere regio werd de desbetreffende ID kennis gegeven.(2)
Langzaamaan komen er meer computers en wordt een lokaal netwerk in gebruik genomen. In een schrijven, 1e helft van 1993 wordt vanwege de verhuizing in juni 1993 naar het Hoofdbureau (Haagseveer/Doelwater) voor het netwerk nog 4 computers aangevraagd. Op dat moment gaat een server gebruikt worden met 22 netwerkaansluitingen. Dit geeft tevens het aantal ID medewerkers van dat moment aan. (10)
ID Rotterdam applicatie
Op 24 juni 1993 wordt door de ID Rotterdam verhuisd naar de 3e etage, vleugel C, van het Hoofdbureau van politie aan het Haagseveer te Rotterdam. Niet bekend is welke verhuizingen er daarna nog hebben plaatsgevonden.
Door ID – medewerker (Ab B) wordt in 1988/1989 in samenwerking met een toenmalige I&A/T medewerker (B.) een software programma ontwikkeld. De eerste opzet was om twee vliegen in één klap te slaan door eveneens voor de Recherche (opsporing) een programma te ontwikkelen..
Systeem voor Informatie Relaties en Entiteiten (SIRE) en SIREII
Uiteindelijk zijn door de kennelijke verschillen twee afzonderlijke programma’ s ontwikkeld. Voor de opsporing wordt het Octopus en voor de ID het Systeem voor Informatie Relaties en Entiteiten (Sire). (2)
Later in 1998 kan het toenmalige Hoofd RID (HRID), (Eelke K. T), bij de politie ICT (I&AT) ontwikkelafdeling een ‘zak met geld' vrijmaken en wordt met enige RID- en I&A/T-medewerkers en het extern ontwikkelbedrijf Infosupport enige dagen in een vergaderruimte van een hotel de eerste opzet gemaakt voor wat later SireII (SIRE versie 2) genoemd wordt. In dit relationele bedrijfsprocessysteem dat bij de ingebruikname in 1999 door de AIVD is goedgekeurd, zijn de taken bevoegdheden en verantwoordelijkheden volledig verwerkt. Door de rollen, routeringsverplichting en de integratie van documenten kan de ID volledig digitaal werken. Dit betekent dat het archief vanaf 2005 (een jaar na het aantreden van auteur als coördinator Frontoffice ID Rtd) dan ook volledig digitaal is en er sedert die tijd geen fysiek archief wordt opgebouwd. Middels een zogenaamde eye connect kunnen de in SireII verwerkte/gekoppelde gegevens direct in het door politie NL en de AIVD gebruikte Analysts Notebook worden gebruikt. De dan RID Rotterdam – Rijnmond genoemde ID is op dat moment de enige RID in Nederland die in één bedrijfsprocessysteem volledig digitaal toepast. Bij de nieuwe ID in 2013, zoals eerder beschreven, wordt toegewerkt op basis van gelijkheid met de AIVD te gaan werken. Dit betekent dat de AIVD het proces van de ID'en zal gaan integreren in die van de AIVD. In 2017 komt SireII dan ook in een zogenaamde sterfhuisconstructie en wordt deze uitsluitend voor het raadplegen van historische gegevens gebruikt.
RID'S
In 1999 gebruikt een groot deel van de 23 RID’en in Nederland dan in het door de RID Utrecht in Microsoft Acces ontwikkelde Regionale Inlichtingendienst Systeem (RIDS) (2)
Een ID medewerker (auteur) op zijn kantoor aan het Haagseveer te Rotterdam. In een schrijven, de 1e helft van 1993, worden vanwege de verhuizing in juni 1993 naar het Hoofdbureau (Haagseveer / Doelwater) voor het netwerk nog 4 computers aangevraagd. Dit is het moment dat een server in gebruik genomen wordt met 22 netwerrkaansluitingen.
Archief Politieke Recherche Afdeling (PRA)
Bekend is dat in de mobilisatieperiode voor de Tweede Wereldoorlog een groot deel van het ID archief Rotterdam uit veiligheidsoverwegingen in de richting van de mogelijke bezetter is vernietigd. (2)
In een schrijven aan de Hoofdcommissaris van Politie aan het Haagscheveer 23 te Rotterdam, ter attentie van de Commissaris van Politie B. Melles, op 29 december 1947, door het Hoofd van de Politieke Recherche Afdeling (PRA) Mr. H.W. van Doorn, draagt hij 17 films, waarop zijn opgenomen bewijsstukken (per film ca. 700 opnamen). Deze opnamen zijn gemaakt in de periode augustus – december 1945, in opdracht van het Militair – Gezag, met name van de Kapitein B.J.P. Bals, zulks ingevolge de stelregel safety first, ingeval van een eventuele overval of brandstichting. Alle originele, op de films vastgelegde, bewijsstukken zijn door zijn dienst verwerkt, zodat deze films thans hoofdzakelijk historische waarde hebben.(10)
B. Melles was in de periode voor hij tot commissaris werd bevorderd, na de 2e WO, zowel werkzaam voor de POD als chef ID – Rotterdam. (2)
Deze films zijn bij de (R) ID in bewaring gegeven want in een verklaring van overbrenging van archiefbescheiden, op 15-1-2004, aan de chef Post – en Archiefzaken zijn een archiefdoos met drie persoonsdossiers, 17 microfilms van NSB-dossiers, een map met diverse onderzoeksdossiers, 7 boeken dagrapporten van de officier van dienst over de periode 1943-1945, een ordner met foto’s en een map met naoorlogs materiaal m.b.t. de organisatie van de ID, in ontvangst genomen voor tijdelijke bewaring teneinde met het gemeentearchief Rotterdam in contact te treden om een selectie te maken van de archiefbescheiden welke naar hen overgedragen zullen worden, conform de Archiefwet. Tevens zal hiervoor een periode bepaald worden voor beperking van openbaarheid. (10)
Archief (Raad van Verzet)(RVV)
Eduard H.M. Hoogeweegen treedt in 1943 tot de Raad van Verzet.
Bij het lidmaatschap van de Raad van Verzet, een landelijke illegale organisatie die de bestaande actieve verzetsgroepen moest overkoepelen, hoorde een penning. De ID Rtd heeft in 1987 o.m. verzamelmappen ter beschikking gesteld van de Stichting 40/45 destijds verkregen van de heer B.P.M.M. Hoogeweegen, consul RVV Zuid-Holland.
Op 17-2-1987 wordt door de adjudant van politie PID Rotterdam aan het hoofd van de Stichting 40/45, toen gevestigd Westersingel 23 te Rotterdam, een aantal archiefstukken met betrekking tot de Raad van Verzet Nederland, in het bijzonder de Raad van verzet brigade Rotterdam, ter beschikking gesteld.
Het zijn o.m. verzamelmappen, genummerd 1 tot en met 10 die de ID destijds ter beschikking werden gesteld door de heer B.P.M.M. Hoogeweegen, consul RVV Zuid-Holland. de landelijke illegale organisatie die de bestaande actieve verzetsgroepen moest overkoepelen. Hij stelt in Maarn zijn huis ter beschikking als operatiecentrum van de RVV. Hoogeweegen maakte ook deel uit van het
Operatiecentrum waar de leiding en de Radiodienst van de Raad van Verzet verenigd was, waar in maart 1944 de RVV-inlichtingendienst erbij kwam. Bij het lidmaatschap hoorde een penning (afgebeeld) (7)
In 20212/2013 wordt het laatste fysieke archief van de ID gearchiveerd (omschreven) en in de bekende zuurvrije archiefdoosjes gedaan. AIVD gelieerde administratie wordt naar hen overgebracht en politiegerelateerde zaken worden aan het politie/ Stadsarchief Rotterdam overgedragen.
“Ome Dirk”
In 1917 werd besloten dat enkele Rotterdamse politieambtenaren in het vervolg een toelage zouden krijgen van GS III.
Op 13 mei 1950 schrijft de Secretaris Generaal (SG) Prinsen namens de Minister van Binnenlandse Zaken aan de “heer Commissaris der Koningin in de provincie Zuid-Holland”, onder Nr. 952 Afd. Kabinet een als ‘Zeer Geheim’ gerubriceerde brief.
De inhoud geeft samengevat aan dat de inlichtingendiensten bij de politiekorpsen in de grootste gemeenten door een tekort aan personeel niet ten volle kunnen voldoen aan de eisen die onder de huidige omstandigheden gesteld moeten worden. Wel is het in het algemeen mogelijk, dat het grote aantal betrouwbaarheidsonderzoeken in verband met aanstelling van nieuw personeel bij overheidsdiensten en semi-officiele bedrijven –zij het met vertraging- wordt uitgevoerd en dat wordt gerapporteerd omtrent belangrijke vergaderingen. Voor de andere werkzaamheden die door de gemeentelijke inlichtingendiensten moeten worden verricht is echter veelal geen tijd beschikbaar. Vervolgens worden de werkzaamheden opgesomd die preventief uitgevoerd dienen te worden. M.n. binnen de industrie waar belangrijke opdrachten voortvloeiende uit het West-Pact, in verschillende gevallen achterwege zullen blijven aangezien de security in de betrokken bedrijven niet aan de gestelde voorwaarden kan voldoen. Verder wordt over oplossingen gesproken waaronder personeelsuitbreiding. In die periode blijkt het moeilijk, afgezien van de zeer speciale eisen waarin dit personeel moet voldoen, blijkt een grote terughoudendheid bij de geschiktbevondenen, om zich aan de inlichtingendienst te binden. Een zekere angst voor bijzondere moeilijkheden onder bepaalde omstandigheden, die niet nader behoeft te worden aangeduid en de vergroting van het persoonlijk risico onder de huidige omstandigheden, zijn daaraan vermoedelijk niet vreemd. Een en ander heeft de leiding van de CVD reeds aanleiding gegeven aan het personeel werkzaam bij de inlichtingendiensten, een toelage van f 25,= per maand te verstrekken. De begroting van de CVD laat echter niet toe deze gelden te blijven verstrekken, zeker niet als tot personeelsuitbreiding wordt overgegaan. Bovendien wordt het strijdig geacht met het karakter van de gemeentepolitie, indien tot de normale taak behorende werkzaamheden aanleiding zouden geven tot bijzonder financiele bijdragen van het Rijk. De SG Prinsen stelt voor de f 25,= te handhaven en en stelt het op prijs “indien U zoudt willen bevorderen dat door de betrokken gemeenten uit de post ‘gratificatie’ zonder uitzondering aan alle leden van het personeel van de inlichtingendiensten een vast bedrag van f 300,= per jaar wordt toegekend”. (10)
Onder No. 1755 P’50, d.d. 28-11-1950 met als onderwerp ‘Extra toelage personeel inlichtingendienst’ schrijft de CDK in de provincie Zuid-Holland aan de Heer Burgemeester der gemeente Rotterdam, met het vorenstaande als bijlage, het op prijs te stellen “indien U zoudt willen doen na gaan of er voor de gemeenten aanleiding kan zijn om bedoelde toelage te verstrekken. (10)
De commissaris van politie H.M.C.A. Staal reageert op 20-12-1950 richting de Burgemeester van Rotterdam met te verwijzen naar vorenstaande. Voor wat betreft de geschetste problemen bij de inlichtingendiensten is deze stelling voor Rotterdam onjuist. (10)
Staal somt het aantal ID medewerkers op, t.w. 1 hoofdinspecteur en 14 rechercheurs. Daarbij geeft hij aan het aantal rechercheurs te zullen uitbreiden met 3. Vooral als reden dat geschikte rechercheurs niet voor de ID kiezen is het fusilleren van de vroegere chef van de ID in 1942. Staal vindt het onjuist dat de Minister van Binnenlandse Zaken de kosten van de toelage ten laste van de gemeente te brengen. Ook acht Staal het in hoge mate ongewenst als de ene ambtenaar wel een toelage geniet er andere diensten bij de politie zijn, waarvan het gevarenrisico minstens even groot is. Staal laat zich ook uit over het feit dat medewerkers van de ID solliciteren naar een functie bij de BVD. Deze sollicitaties veroorzaken stagnatie in de dienst, daar het veel tijd vergt voordat een politieambtenaar in het inlichtingenwerk voldoende geschoold is. Het lijkt Staal dan ook wenselijk dat de gemeenten ten aanzien van het toekennen van een gratificatie aan de inlichtingendiensten één lijn trekken. Tevens vraagt Staal paal en perk te stellen aan het wegzuigen van personeel door de BVD te ’s-Gravenhage. (10)
De correspondentie hierover gaat verder, waarbij op 6-1-1951 door de Burgemeester van Rotterdam een brief hierover aan de CDK Zuid-Holland wordt gezonden. Resumerend stelt hij hetzij nergens in den lande aan het personeel der inlichtingendiensten een extra toelage toe te kennen, hetzij door deze toelage algemeen uit te keren. Hij stelt daarbij dat dan de kosten niet door de gemeenten maar door het Rijk dienen te worden gedragen.
De gemeentesecretaris van de gemeente ’s-Gravenhage, Schokking, reageert op 1-3-1951 namens de Burgemeester eveneens op de extra toelage. Ook hij stelt dat hij er zich niet tegen zal verzetten als het Rijk aan het personeel van de Inlichtingendienst een gratificatie zal worden verstrekt.
Kennelijk is de inhoud van deze briefwisseling bij de medewerkers van de ID’en Amsterdam, ’s-Gravenhage en Rotterdam niet ontgaan, want in een schrijven van 4-4-1950 van het Bureau Hoofdcommissaris van politie aan de Burgemeester van Rotterdam meldt Staal (samengevat) het volgende: (2)
Staal meldt dat aan de Vice-Minister-President Mr. F.G.C.J.M Teulings te ’s-Gravenhage door genoemde inlichtingendiensten een door hen ondertekend verzoekschrift is gericht voor toekenning van een jaarlijkse toelage. Staal houdt zich aan zijn eerder ingenomen standpunt maar draagt een oplossing aan door voor te stellen dat indien de gratificatie, mede in verband met de aard der verrichte werkzaamheden, door het rijk wordt uitbetaald.
Hierop schrijft de Burgemeester van Rotterdam aan de Minister van Binnenlandse Zaken op 6-7-1951 dat hij een request met bijlage zendt, ondertekend door de grote gemeentelijke inlichtingendiensten voor de toekenning van een jaarlijkse bijdrage. De Burgemeester licht het verder toe door de briefwisseng hierover te noemen. Hij geeft onder meer aan dat zijn zienswijze hierover niet veranderd is en vraagt bij een beslissing hier rekening mee te houden.
Dan is inmiddels veel water door de Maas gestroomd en blijkt ook in deze actie van diverse overheidsdiensten over hetzelfde onderwerp deze zeer stroperig te werken. Echter dan schrijft op 24-5-1952 Algemene Zaken een brief aan de CDK Zuid-Hollond, waarin o.m. wordt verwezen naar een shrijven van 24 april van dat jaar waar hij zegt zich te kunnen verenigen met het voorstel aan het ID-personeel f 25,= per maand te verstrekken voor zover dit personeel in het bezit is van het door de Binnenlandse Veiligheidsdienst ingestelde diploma. De laatste zin van deze brief wordt de CDK verzocht negen ambtenaren van het Rotterdamse politiekorps bij de Minister voor te dragen voor toekenning van bedoelde toelage.
Op 26 april 1953 doet de voormalig chef ID Melles als commissaris van politie, namens de hoofdcommissaris opgave aan de Burgemeester van Rotterdam van de leden van de ID, t.w. totaal 23. In 1954 wederom hetzelfde aantal ID medewerkers voor een totaalbedrag van f 5.625,=
Op 24 juni 1987 schrijft de SG namens de Minister van Binnenlandse zaken aan de burgemeesters met gemeentepolitie met de vraag opgaaf te doen van het aantal ID medewerkers. Het bedrag is dan inmiddels totaal een eenmalige uitkering van f 600,= per medewerker, per jaar, geworden. In 1987 werd de extra toelage al ‘Ome Dirk’ genoemd. (10/2)
Halverwege de negentiger jaren van de vorige eeuw begint wederom een briefwisseling met dan als uitgangspunt de afschaffing van de extra toelage. Deze briefwisseling wordt u bespaard. De uitkomst is dat is december 1996 de laatste uitbetaling is, met de mededeling dat de beschikbare gelden voor educatieve samenkomsten van ID Nederland zullenl worden gebruikt.(10/2)
Consulaten en diplomatiek personeel
In Rotterdam zijn nog steeds meerdere consulaten gevestigd, terwijl buitenlandse diplomatieke vertegenwoordigers er veelal ook wonen. In sommige gevallen waren voor consulaten en de diplomatieke vertegenwoordigers bijzondere veiligheidsmaatregelen van kracht. De ID fungeerde als intermediair tussen de vertegenwoordigers en personeelsleden van de consulaten enerzijds en de plaatselijke of centrale overheid anderzijds, ook omdat door hen een vast aanspreekpunt met de politie op prijs werd gesteld. De ID trachtte in voorkomende gevallen de wensen vanuit een dergelijke consulaire vestiging ten aanzien van de openbare orde en veiligheid zo goed mogelijk te vertalen naar het betreffende district. Deze taak is sedert ……. overgenomen door het Team Bewaken en Beveiligen (TBB). (10)
Beveiliging/bewaking Duits, Spaans en Turks consulaat na incidenten elders.
Openbare orde en veiligheid
De politietaak is wettelijk omschreven en omvat onder meer de handhaving van de openbare orde, daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en hulpverlening aan hen die dat behoeven. Om deze taken naar behoren uit te voeren is de tijdige beschikbaarheid van kwalitatief goede informatie van belang.
Prof Dr Bob Hoogenboom heeft in 2009 onderzoek gedaan dat zich richt zich op één van de politietaken: de handhaving van de openbare orde en meer in het bijzonder de rol daarbij van de Regionale Inlichtingendienst (RID). De titel van deze bundel is ontleend aan een uitspraak van een RID-functionaris in een van de laatste interviews die hij afnam. Hij vroeg hem om in één zin de kern van dit onderzoek te omschrijven. Hij antwoordde: ‘spelers op zoek naar regels en scheidsrechters’ . Hoogenboom vond dit een kernachtige duiding van waar hij in het veldwerk tegen aan was gelopen. De regels voor de inwinning van openbare orde informatie zijn niet voor iedereen even duidelijk en de scheidsrechters (de burgemeester, de korpschef) geven niet altijd richting aan de inwinning van openbare orde informatie. Elders op deze site wordt hier verder op ingegaan. (9)
Risicoafbreuk
Bekend is dat de AIVD voor wat betreft de het afbreukrisico in een glazen huisje zit. Voor elke gemaakte fout door de AIVD staan de anti-inlichtingendienst Tweede Kamerleden klaar om vragen aan de verantwoordelijke Minister te stellen.
Dat dit ook voor diensten geldt die werkzaamheden voor de AIVD verrichten is in meerdere gevallen duidelijk geworden.
De (P) ID Nijmegen is in de 80-tiger jaren door het anti-inlichtingendienst bureau Jansen & Jansen in een boek genaamd “De regenjassendemocratie” zodanig onder het voetlicht gebracht dat alle ID-medewerkers, met uitzondering van de chef, een andere werkplek in het politiekorps moesten zoeken. (2)
Ook bij de ID Rotterdam zijn enige pechgevallen bekend.
De ‘politieverbindingen’ ID Rotterdam => nummer 595
De inlichtingendiensten van de gemeentelijke politiekorpsen vormden de belangrijkste inlichtingenbron van de CI. Het aantal politiecontacten (‘verbindingen’) bedroeg in 1919 45, begin 1928 waren het er 65, in het najaar van 1930 ruim 70, om uiteindelijk uit te groeien tot ruim honderd. In kleinere plaatsen zonder inlichtingendienst waren de commissaris van politie en één of twee inspecteurs bij het werk betrokken. De diensten in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht waren de grootste. (Bron: historicy.nl)
Een volgend pechgeval is wat verstrekkender op politiek gebied dan het vorenstaande.
Diskette affaire
Voor een uitgebreid relaas wordt verwezen naar de pagina 'Gebeurtenissen' op deze website.
RID: schakel tussen AIVD en politie
Regionale Informatie Organisatie (RIO)
De Regionale Inlichtingen Dienst, de RID, maakt sedert de vorming van de politieregio Rotterdam-Rijnmond in 1994 deel uit van de Regionale Informatie Organisatie. Zo maakt de de RID zich binnen deze organisatie op het politie intranet bekend mett in grote lijnen de twee doelstellingen:
Bijdragen aan de bescherming van de openbare orde en veiligheid, waarbij de RID heimelijk opereert op grond van artikel 2 van de Politiewet, onder verantwoording van de Korpsbeheerder.
Bescherming van de democratische rechtsorde en de staatsveiligheid. Hierin opereert de RID in opdracht van de Algemene Inlichtingen en Veiligheidsdienst, op grond van de Wet op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten, onder verantwoording van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Deze doelstellingen worden bereikt door het runnen van informanten, gesprekscontacten, bronnen en operaties, alsmede door onderzoek en analyse.
Daarnaast heeft de RID een adviserende rol ten behoeve van het Team Bewaken en Beveiligen (TBB).
Voor beide doelstellingen is een zogenaamd Inlichtingen Behoefte plan (IBP) opgesteld waarin de werkgebieden worden omschreven. De werkzaamheden voor de politie (30%) en voor de AIVD (70%) dienen door wettelijke verplichtingen strikt van elkaar gescheiden te worden uitgevoerd.
Een belangrijk deel van de werkzaamheden van de RID wordt, met name ten behoeve van de AIVD, heimelijk uitgevoerd en wordt geclassificeerd als staatsgeheim. Daarom wordt opgelegd dat de RID zo onzichtbaar mogelijk opereert en dienen haar werknemers zo goed mogelijk te worden afgeschermd. Je vindt onze werknemers dus niet op PIT, in BVCM of in andere politiesystemen terug.
Werkzaamheden
De RID heeft tot taak het inwinnen, veredelen, registreren, analyseren en exploiteren van inlichtingen en informatie over organisaties en personen. Dit gebeurt enerzijds door onderzoek in open en gesloten bronnen, anderzijds door het runnen van informanten.
Voor een deel haalt de RID informatie uit de diverse politiesystemen (denk aan aangiften en mutaties). Deze informatie vormt vaak de basis voor verder onderzoek en is voor zowel de RID als de AIVD van onschatbare waarde.
Om inlichtingen van informanten te kunnen verkrijgen, dient de RID zorg te dragen voor een waterdichte afscherming van deze bronnen. De inlichtingen dienen niet herleidbaar te zijn naar een persoon. Alleen als deze afscherming optimaal is, kunnen de inlichtingen worden omgezet in bruikbare informatie. Op openbare orde gebied zal er een verstrekking volgen, of, in het geval de inlichtingen zijn ingewonnen op AIVD bevoegdheid, een ambtsbericht van de AIVD. De RID heeft altijd het doel dat gezocht wordt naar een mogelijkheid om informatie te verstrekken.
Voor een nadere uitleg over werkzaamheden, zie de hoofdstukken Openbare Orde en AIVD
Openbare Orde
De districten van het Korps Rotterdam-Rijnmond hebben ieder hun eigen verantwoordelijkheid op het gebied van de openbare orde en veiligheid. De RID heeft ten behoeve van de beleidsbepaling en uitvoering slechts dan een taak op het gebied van de openbare orde en veiligheid als:
- de problematiek zich in beginsel uitstrekt over meerdere districten en
- er sprake is van heimelijke, misleidende of oneigenlijke activiteiten en
- er een structureel karakter of een systematische werkwijze valt te onderkennen in de problematiek of de personen die er bij betrokken zijn en
- de kans bestaat op gewelddadigheden.
- Tevens dient het beoogde doel of de intentie van de groepering of groep van personen te zijn:
- verstoring van het normaal maatschappelijk verkeer
- aantasting van een vitaal belang
- ontregeling van de democratische besluitvorming
- aantasting van het gevoel van veiligheid en/of welzijn
De RID kan in het kader van de Openbare Orde en Veiligheid, uitgaande van vorengestelde criteria een meerwaarde betekenen door:
- de kennis van en ervaring met het verwerven, interpreteren, verwerken, analyseren en exploiteren van gegevens
- de nauwe relatie met de AIVD aandachtsvelden
- haar uitgebreid netwerk van open en gesloten informatiebronnen
In dit verband richt de RID zich op het verzamelen van inlichtingen, het maken van analyses en rapportages en adviezen in het kader van de openbare Orde en veiligheid vooralsnog op 5 onderwerpen, te weten:
(Voetbal) Hooliganisme en grote evenementen
Politiek/maatschapplijke (arbeids-)onrust (bv. betogingen en demonstraties (confrontaties tussen Links-Rechts)
Taxi-problematiek
Vitaal belang Rotterdamse Haven (zo ongestoord mogelijk functioneren en het daarmee beschermen van het imago van de Rotterdamse haven)
Radicaliseringtendensen
Ten behoeve van de RID taakstelling Openbare Orde en Veiligheid is een Inlichtingenbehoefte plan (IBP OO) ontwikkeld, waarin onderwerpen en verantwoordelijkheden worden geregeld. Voortschrijdend inzicht laat zien dat de huidige 5 onderwerpen op het terrein van de Openbare Orde in de nabije toekomst uitgebreid zullen worden.
AIVD
De missie van de AIVD:
De AIVD staat voor de nationale veiligheid door tijdig dreigingen en risico's te onderkennen die niet direct zichtbaar zijn. Hiertoe doet de dienst onderzoek in binnen- en buitenland. De AIVD deelt gericht kennis en informatie die samenwerkingspartners en belangendragers in staat stelt gepaste maatregelen te nemen. De AIVD signaleert, adviseert en mobiliseert anderen en reduceert zelfstandig risico's. Hiermee vervult de dienst zijn eigen rol in het netwerk van overheidsorganisaties die de veiligheid nationaal en internationaal beschermen.
Taken AIVD
- Onderzoek doen naar organisaties en personen
- Veiligheidsonderzoeken doen
- Veiligheidsmaatregelen uitvoeren
- Inlichtingen over het buitenland inwinnen
- Dreigings- en risicoanalyses opstellen
Aandachtsgebieden AIVD
- Terrorisme, radicalisering en salafisme
- Links- en rechtsextremisme
- Ongewenste bemoeienis van vreemde mogendheden
- Proliferatie van massavernietigingswapens
- Inlichtingen buitenland (landenonderzoeken)
- Veiligheidsbevordering, waaronder Bewaken en Beveiligen, Veiligheidsonderzoeken, Evaluatie informatie-beveiligingsproducten
Functies
De RID heeft bij de vorming van de Regionale ID een formatie ruimte van 32 FTE, verdeeld in verschillende functies. Het dan werkelijke aantal is 24 FTE.
Dierenrechtenactivisme
In die periode speelden enige acties in het kader van het dierenrechtenactivisme en wordt dit op het politie intranet op de volgende wijze onder de aandacht gebracht.
De afgelopen periode zijn een aantal incidenten geweest die te relateren zijn aan radicale dierenrechtenactivisten. Hieraan wordt (landelijk) een hoge prioriteit gegeven. Het is nu belangrijk dat alle informatie die met deze groepering te maken heeft goed wordt vastgelegd.
Dierenrechtenactivisten hebben een voorkeur voor het houden van demonstraties als actiemethode. Daarnaast worden er acties uitgevoerd die hinderlijk zijn voor de normale bedrijfsprocessen, zoals E-mail bombardementen en frequente vervelende telefoongesprekken. De “openlijke” acties vormen echter slechts een deel van de actiecampagne. Enkele radicale actievormen zijn gericht op “target”-bedrijven, maar ook tegen medewerkers van deze bedrijven. Het activisme gaat dan over in extremisme. Het kan daarbij gaan om vernielingen en brandstichtingen aan bedrijfspanden. Ook worden zogenaamde “homevisits” afgelegd, hetgeen een enorme inbreuk maakt op de persoonlijke levenssfeer van de medewerkers. Zo worden woningen en (privé)auto’s beklad of vernield en is ook het in brand steken van auto’s op privé-terrein helaas al voorgekomen.
Belangrijk is dat bij het bij het opnemen van aangiftes of het aannemen van meldingen direct onderzocht wordt of het incident of strafbare feit te relateren is aan een doelwit van dierenrechtenactivisten. Hierbij moet niet alleen gedacht worden aan bedrijven maar ook aan woningen of eigendommen van werknemers van die bedrijven. U wordt dringend verzocht hier aandacht voor te hebben en bij aantreffen van dergelijke relaties, daarvan specifiek melding te maken.
In ons korps hebben wij daarom in Xpol een code aangemaakt.. Wij verzoeken u, bij het vermoeden van betrokkenheid van dierenrechtenactivisten van deze code in Xpol gebruik te maken.
Ook is van belang dat slachtoffers van de acties van radicale dierenrechtenactivisten ervaren dat hun zaak serieus genomen wordt. Contact met de buurtagent kan daarom van belang zijn.
Bij het starten van een opsporingsonderzoek wordt gevraagd een specifieke opsporingsprocedure toe te passen.
Het opsporingsonderzoek wordt opgestart door de betrokken afdeling Opsporing van het district.
Landelijk coördineert het KLPD, dienst Nationale Recherche (dNR) de opsporingsonderzoeken.
Door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn brochures gemaakt voor bedrijven en gemeenten. De AIVD heeft een rapportage gemaakt m.b.t. Dierenrechtactivisme waarin de actuele stand van zaken wordt weergegeven met daarbij veel achtergrond informatie.
Van bedrijven en instellingen waarop de verschillende dierenrechtenorganistaies zich richten is een lijst samengesteld. Deze lijst is vooral belangrijk m.b.t. werknemers die aangifte komen doen van bijvoorbeeld bedreiging, vernieling etc..
De RID is bereid een presentatie te verzorgen voor uw afdeling over Dierenrechtenactivisme.
Heimelijke activiteiten (spionage) van vreemde mogendheden is eveneens een onderwerp dat in die periode via het politie intranet onder de aandacht wordt gebracht en waarbij politiemedewerkers wordt gewezen op onder meer dat buitenlandse overheden verschillende methoden gebruiken om gevoelige informatie op meerdere fronten te verwerven. En dat naast informatie op politiek, militair, technisch-wetenschappelijk of economisch gebied men ook geïnteresseerd is in informatie over de in ons land aanwezige migrantengemeenschappen. Deze informatie kan gebruikt worden om op verschillende wijzen invloed op deze gemeenschap uit te oefenen.
Ook dat steeds vaker door buitenlandse inlichtingendiensten op afstand, op technische wijze, getracht wordt om aan deze informatie te komen. Waarbij danj valt de denken aan het onderscheppen van communicatieverkeer en het inbreken op computersystemen. Vooral overheidsectoren en het bedrijfsleven kunnen doelwitten zijn. Ook de traditionele manier van het vergaren van inlichtingen via personen die, direct of indirect, toegang hebben tot relevante informatie, wordt nog steeds toegepast.
Deze inlichtingenactiviteiten kunnen onze nationale veiligheid aanzienlijke schade toebrengen en tevens onze nationale soevereiniteit aantasten. De RID/AIVD zet zich daarom onder andere in voor het onderkennen, voorkomen en tegengaan van deze activiteiten.
Hierom is het van belang dat een ieder die contacten onderhoudt met buitenlandse collega-diensten zich realiseert dat deze, mogelijk aangestuurd door hun overheden, geïnteresseerd kunnen zijn in de toegang tot de informatiepositie die wij hebben.
Dit alles moet zeker niet betekenen dat wij als korps niet internationaal moeten samenwerken, maar wel dat wij deze samenwerking aangaan met een verhoogd bewustzijn van deze "dreiging".