Spionnen van het koninkrijk voor de NATO
“Anders dan een krijgsmacht, die doorgaans pas in actie komt bij een ernstige grensoverschrijding of beschieting waardoor de reële oorlogstoestand wordt ingeluid, bevindt een veiligheidsdienst zich constant in een situatie van oorlogsvoering. Maar weinigen die zich realiseren dat de westerse veiligheidsdiensten al sinds 1945 in oorlog zijn.” (Bron: Louis Einthoven)
Met vorenstaande uitspraak laat het eerste hoofd van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) duidelijk weten dat tijdens de tot 1991 durende 'Koude oorlog' tussen het Oostblok en het Westen van beide kanten werd gespioneerd. Enige gebeurtenissen in dit kader volgen hier verder.
Nederlandse agenten
Wil Gunnewegh, "De dienst stond zogenaamd achter je ja .... ja ja". (Foto: Peter Senteur) (Bron: Leidsch Dagblad | 17 juli 1982 | pagina 17)
31 oktober 2002
Wat hebben mensen als Rijk de Gooijer, Will Gunnewegh, A.V.F. van der Gouw, Lou de Jager en Evert Reydon gemeen? Juist, ze hebben alle vijf in de jaren zestig voor de BVD/CIA in het communistische Oostblok gespioneerd. En dat zijn gevallen die òf bekend zijn geraakt via een zelfverkozen comin’ out òf doordat de betrokkenen gepakt werden en een sensatieproces aan hun pantalon kregen. Het wil dus niet zeggen dat in later jaren de Nederlands-Amerikaanse snuffel combine van het gebruik van privépersonen heeft afgezien. Als je bijvoorbeeld de in de internationale logistieke wereld actief geweest zijnde Henk Scheermeijer mag geloven dan heeft hij eind jaren zeventig, beginjaren tachtig daar ook spionageklussen voor uitgevoerd achter het langzaam roestende gordijn (zie “Henri Martin: Spion”, Utrecht: uitgeverij A.W.Bruna, 2000).(Bron: Kleintje Muurkrant)
De bekendste gevallen van vermeende Nederlandse spionnen die werden gepakt, dateren uit de jaren vijftig en zestig. In het begin van de jaren vijftig werd de Nederlandse handelaar Jan Louwers na een showproces in Tsjechoslowakije
veroordeeld en na een jaar vrijgelaten. In 1961 werden in de Sovjet-Unie Evert Reydon en Lou de Jager veroordeeld tot dertien jaar en eveneens eerder vrijgelaten. (Bron: Het Parool, dd 25-4-1991)
Will Gunnewegh
Wilhelmus Cornelis Johannes (Will) Gunnewegh (Schiedam, 30 oktober 1923 -1991) was een Nederlands spion.
Gunnewegh werd geboren als tweede zoon van gemeenteambtenaar Johannes Hendricus Gunnewegh en Wilhelmina Bernardina van Oostrum.
Wilhelmus trouwde in 1954 met Cornelia Brokking, geboren 29-3-1925 Gouderak. Zij hadden één kind.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hij in het kader van de Arbeitseinsatz naar Maagdenburg en Hamburg gestuurd. Hij ontvluchtte die laatste stad, kwam in Frankrijk bij de Maquis terecht, en werd in het Amerikaanse leger opgenomen. Op 3 november 1944 werd hij onderscheiden met de Bronzen Ster. Gunnewegh werd vervolgens bij de Stoottroepen ingedeeld en werd na een korte opleiding bij Sambeek gelegerd. Begin 1945 werd hij afgekeurd. Na korte tijd meldde hij zich aan voor het Korps Mariniers. Gunnewegh werd in Engeland en North Carolina opgeleid om tegen Japan te vechten, maar toen zijn opleiding was voltooid was de oorlog inmiddels afgelopen en werd zijn brigade naar Nederlands-Indië gestuurd.
Tijdens de Koude Oorlog voer hij in de jaren vijftig als zeeman op Siberië. Fotografie was zijn hobby. Via een broer (Johannes Hendrikus Theodorus (Jan) Gunnewegh. 1933-2023 }, die brigadier was bij de gemeentepolitie van Schiedam, werd hij door de Grensveiligheidsdienst (GVD) van de Koninklijke Marechaussee benaderd voor spionagewerk in communistische havens. (De GVD gaf de gegevens onder andere door aan de Buitenlandse inlichtingendienst (BID) en fungeerde in de praktijk als uitvoerder van deze dienst).
Spion van het Koninkrijk (1974; met Henk Uilenbroek) ISBN 90-254-6306-1
De levensloop van Gunnewegh en zijn periode als Nederlands spion in het Oostblok. Het boek gaat in op hoe er met Gunnewegh omgesprongen werd nadat het onmogelijk was dit werk voort te zetten. Indertijd heeft o.a. Panorama aandacht aan deze zaak geschonken.
Gunnewegh hapte toe, en spioneerde in Archangelsk, Szczecin en andere havensteden. Van de beloofde financiële vergoedingen kwam niet veel terecht, en toen hij zijn superieuren hier op aansprak kende ineens niemand hem meer. Hij wist hen echter op te sporen en begon een strijd om schadevergoeding en eerherstel. Op 17 april 1971 publiceerde het weekblad Panorama zes pagina's over zijn zaak, en ook Het Vrije Volk en de Neue Osnabrücker Zeitung publiceerden een artikel. In 1973 werd hem een militair invaliditeitspensioen toegekend, nadat de Nederlandse overheid had erkend dat er verband bestond tussen zijn gezondheidsklachten en de spanningen die het inlichtingenwerk met zich mee hadden gebracht.
Over zijn ervaringen schreef hij het boek Spion van het Koninkrijk dat door Volkskrant-journalist Henk Uilenbroek werd geredigeerd, en dat in 1974 verscheen. Gunnewegh is getrouwd en heeft een dochter. (Bron: Wiki)
De Muur en de Nederlandse spionnen Evert Reydon & Lou De Jager
Door Ewout Butter, 9 november 2014
(Ewoud Butter is politicoloog en werkt als zelfstandig senior onderzoeker, beleidsadviseur, trainer en (tekst)schrijver. Hij houdt zich onder andere met de volgende thema’s bezig: inclusiviteit, radicalisering, polarisatie, discriminatie, institutionalisering van de islam, vrijwilligersorganisaties, burgerinitiatieven, media(wijsheid), campaigning, communicatie- en participatievraagstukken)
Bij het herdenken van de val van de Berlijnse Muur moet ik ook denken aan de Nederlandse spionnen Reydon en De Jager, die in 1961, een week na het oprichten van de Berlijnse Muur, in de Sovjet Unie waren gearresteerd en na een proces ruim 2 jaar vast zaten in een Russische cel.
Evert Reydon en Louw de Jager waren – slecht voorbereid – door de Nederlandse Inlichtingendienst Buitenland (IDB) met een auto naar de Sovjet Unie gestuurd om als ‘toerist’ foto’s te maken van strategisch belangrijke locaties.
Ik heb Evert Reydon in 1988 een paar keer uitgebreid gesproken en zijn verhaal opgenomen in mijn doctoraalscriptie.
Reydon had op grond van verschillende aanwijzingen het sterke vermoeden dat hun arrestatie een onderdeel was geweest van een deal van de Sovjets met het Westen: volgens Reydon waren ze naar de Sovjet Unie gestuurd om samen met 16 andere westerse spionnen gearresteerd te worden, zodat de Sovjets de bouw van de Muur met behulp van showprocessen konden legitimeren.
Direct na terugkeer in Nederland verbrak de Nederlandse geheime dienst de banden met Reydon en De Jager.
Als dank voor hun diensten kregen ze nog wel een vakantie en een auto. De Jager is voor het leven beschadigd geweest door de jaren in de Russische cel.
Ik weet niet of hij nog leeft. Reydon, een bijzonder vriendelijke man, was taxi-chauffeur geworden. Hij is inmiddels overleden.
Het verhaal van Reydon en De Jager staat onder andere beschreven bij Buro Jansen en Janssen
In 1967 verscheen het boek 'Spion voor de Nato', een autobiografisch verhaal van Evert Reydon.
Onderstaand relaas is uit het reünistenblad 'Klaar Voor Onderwater' (KVO) van de Onderzeedienst, door Willem Verbaan, ex zeuntje (*) aan boord van Hare majesteits (Hr.Ms.) onderzeeboot (O) O9 (NUMMER 108, JAARGANG 32, JUNI 2009)
(Foto: informatiebegin.nl) Onder de Berlijnse Muur (Duits: Berliner Mauer) verstaat men de tot 100 meter brede constructie van opeenvolgende obstakels die van 13 augustus 1961 tot 9 november 1989 West- en Oost-Berlijn van elkaar scheidde. De totale grens rond West-Berlijn was een onderdeel van de Duits-Duitse grens en was 167,8 km lang, waarvan 45,1 km werd gevormd door de Berlijnse Muur. De Berlijnse Muur was het bekendste symbool van de Koude Oorlog en de deling van Duitsland. Tijdens vluchtacties bij de Berlijnse Muur zijn minstens 138 mensen om het leven gekomen (Bron: Wiki)
KGB of Inflot in Villa Maarhneze in relatie tot Evert Reydon en Lou de Jager
Villa Maarheeze is een rijksmonumentale villa in Wassenaar. Van 1946 tot 1994 was hier het hoofdkwartier gevestigd van de Inlichtingendienst Buitenland (IDB), tot 1972 bekend onder de naam Buitenlandse Inlichtingendienst/BID), die na heftige interne twisten werd opgeheven.[1] Over de geschiedenis van deze organisatie verscheen Villa Maarheeze, een boek van Cees Wiebes en Bob de Graaff (Bron: Wiki)
Ontmoeting Reydon
Niet zo lang geleden (ca. 2008) zat ik te kijken naar een TV-programma van de KRO aangaande spionage. Het ging namelijk over de heren E. Reydon en L. de Jager. die beide in Rusland gearresteerd waren wegens spionage, berecht en veroordeeld tot een langdurige gevangenisstraf. Gedurende dit interview kwam een naam naar voren die mij zeer interesseerde. Ik heb toen een brief geschreven aan de KRO of ze mij met toestemming van de E. Reydon zijn adres wilden geven. In die brief aan de KRO zat ook een gesloten brief bestemd voor Reydon de reden waarom ik hem wilde spreken. Die gesloten brief is toen per abuis geopend en werd zo mijn hele hebben en houwen openbaar. De KRO heeft hiervoor aan mij hun excuses aangeboden. Na uitnodiging van Evert Reydon heb ik hem thuis opgezocht. Toen Evert mij vroeg waarom ik hem wilde spreken, vertelde ik hem dat ik voor dezelfde club werkte en dat ik namen hoorde gedurende dat interview die mij bekend voorkwamen en mij interesseerde.Wij kwamen er achter dat wij het over dezelfde personen hadden waarmee wij contact hadden Wij spraken ook over voorvallen zoals.berechting en veroordeling die nu te lezen zijn in het boek 'Villa Maarheeze' van Bob de Graaff en Cees Wiebes. Het gerucht ging dat in de Vladimer gevangenis ook graaf Wallenberg aanwezig was. Ook Gary Powers van de U2 zat daar gevangen.Ik meen dat Evert Raydon nog een gesprek met hem heeft gehad. Evert was ernstig ziek en was steeds onder doktersbehandeling,ik had het idee dat hij wist dat hij niet meer beter zou worden. De avond voor zijn overlijden was ik nog bij hem.
De volgende morgen werd ik gebeld dat hij was overleden.Het blijft een raadsel of zijn kwaal, waar hij aan is overleden, het gevolg was van zijn verblijf in de Vladimer gevangenis, het blijft. Natuurlijk hebben wij samen gesproken over de manier waarop alles begonnen is en hoe wij daarin zijn terecht kwamen. Voor mijzelf gold het volgende:
Koude oorlog en recrutering
Het was 1956. De koude oorlog was in volle gang wij voeren op Zuid -Amerika, het was mijn eerste reis als 2e stuurman,gedurende de reis werd ik gepolst hoe ik erover dacht, dit was dus zonneklaar. Ik was 20 jaar bij de marine geweest en was tegen alles wat rood gekleurd was.Bij terugkomst in een Nederlandse haven ging ik met iemand van boord naar het station alwaar hij zou worden opgepikt door een neef van hem die hem naar huis zou brengen. Onder het genot van een biertje hebben we wat zitten keuvelen en gesproken over de koude oorlog.Wie schetst mijn verbazing toen na enkele maanden bij mij thuis gebeld werd en die neef voor de deur stond en mij graag wilde spreken.Het gesprek ging over of ik er wat voorvoelde om voor de NATO te werken daar ik nogal veel in Russische havens kwam en in de gelegenheid was om m.b.v. foto's inlichtingen kon verzamelen en door goed rond te kijken naar speciale en opvallende objecten. Ik stemde volmondig toe met een gevoel van ijdelheid, niet wetende wat er allemaal voor mij in het verschiet lag. Na wat lessen en instructies omtrent fotograferen werd ik losgelaten om in opdracht van mijn contactman te doen wat hij mij opdroeg.In diverse havens achter het IJzeren Gordijn werkte ik volgens mijn contactman goed.Op diverse plaatsen in den lande gaf ik hem mondeling uitslag van mijn bevindingen.Op een reis naar West Afrika luisterde ik naar het verhaal van onze kapitein die net terug was van verlof. Ik schrok behoorlijk.Hij zei: Stuurman er is iemand bij mij thuis geweest die mij vroeg of ik wat voor de NATO voelde en eventueel voor de NATO wilde werken en dat zijn stuurman Willem Verbaan dit ook deed. Het zal niemand verwonderen dat dit binnen de kortst mogelijke tijd over de gehele vloot bekend werd. Weg security die mij beloofd was. Mocht er iets met je gebeuren halen we je binnen de kortst mogelijke tijd weer terug was natuurlijk een sinistere grap. Met meer geluk dan wijsheid ben ik enkele keren door het oog van de spreekwoordelijke naald gekropen.In één van de havens van het Oostblok deed zich het volgende geval voor.
Voorval in het Oostblok
's Morgens bij het koffie drinken kwam een heer aan boord gekleed als een lid van de Engelse gentry en meldde zich als een official van de havenautoriteit. Hij wilde graag met mij kennis maken, wat mij weer inspireerde om erachter te komen wat zijn bedoeling was. Nou daar kwam ik dan gauw achter.
Niet lang daarna kwam er nog iemand aan boord en die zich presenteerde als vertegenwoordiger van het zeemanshuis.We hadden een geanimeerd gesprek over koetjes en kalfjes. Ik stelde de havenman, ik zal hem maar Alex noemen, voor aan de meneer van het zeemanshuis als mijn 1e stuurman. Een onvergefelijke fout waar ik veel spijt van heb gehad. Op mijn vraag aan Alex wanneer ze met lossen zouden beginnen zei de man van het zeemanshuis “Nou kapitein daar moet u zich niet druk over maken, de Russen werken niet zo hard.Trouwens Moskou betaald wel” en zei wat minder vleiende dingen over Rusland. Ik haastte mij met te zeggen dat Alex niet mijn 1e stuurman was maar iemand van de haven, het was al te laat. Alex zei iets in het Russisch tegen de man van het zeemanshuis en gingen beiden van boord. In het boek van Alexander Solzjenitsyn ”Wenever make misstakes” komt iets voor wat mij deed denken toen ik die twee van boord zag gaan. Een KGB'er die met iemand over van alles en nog wat praat en hem langzaam maar zeker de Goelagarchipel in loodste. De volgende reis kwam Alex weer aan boord weer gekleed als een Engelse edelman. Op mijn vraag of het mogelijk was om naar een kerk te gaan, hapte hij snel toe en zei “Morgenochtend pik ik je daar op en en gaan we naar de kerk”. De volgende morgen kwam Alex in een Volkswagen met daarin 2 sinister uitziende typen met bijna tot over de oren getrokken hoeden. Na een poosje stopte de auto en één van de heren stapte uit. Wij gingen verder in gaf tegelijk mijn ogen de kost. Wij kwamen nu bij een kerk. Alex en ik stapte uit en gingen de kerk binnen. Het was er vrij leeg ongeveer 5 of 6 oude vrouwen stonden tegen een pilaar geleund, zo te zien met kwade ogen naar ons te kijken. Zie je wel zei Alex “The church is only for old ladies”.
De Goelag Archipel is een boek van de Russische schrijver Aleksandr Solzjenitsyn. Het boek gaat in op de dwangarbeidkampen voor dissidenten die strafrechtelijk vervolgd werden in het Sovjet-bewind van de jaren na de Tweede Wereldoorlog. Hoewel veroordelingen (uiteenlopend van enkele maanden tot jaren) van dissidenten volgens het Sovjet-strafrecht gegrond waren, zijn er vele kritieken dat een groot deel van de vervolgde dissidenten onschuldig was aan een echte misdaad (Bron: Wiki)
Ontmoeting met de Majoor en 'Alex'
Wij gingen met de bus naar een plaatsje dicht bij het strand en ontmoette daar iemand waarmee hij van te voren een afspraak gemaakt had. Hij stelde mij voor aan de Majoor, het kon Stalin geweest zijn, zo'n type man, in een soort uniform zonder uitmonsteringen. Het gesprek tussen die twee ging verder. Tegen de middag gingen we wat eten in een soort mensa met veel jonge mensen, daarna zijn we naar een adres gegaan waar Alex waarschijnlijk woonde. Volgens mijn contactman is mijn stem daar opgenomen. Na een poosje bood hij mij aan, wanneer ik dit wenste, de beschikking kon krijgen overeen Volkswagen. Ik werd steeds nieuwsgieriger wat de plannen van Alex waren.Hij stelde mij voor om naar een soort dancing te gaan. Er speelde een bandje en er waren paartjes aan het dansen. Alex bestelde wat wodka en wij zaten wat te praten.Alex zei dat hij even naar het toilet moesten ik zat wat rond te kijken. Toen Alex uit het toilet kwam stond hij met een dame te praten. Daarna kwam hij bij mij weer aan tafel zitten. Plots stond Alex op en begroette een dame, viel haar in de armen en zei mij “Bil dat is toch wat, met deze dame heb ik jaren op school gezeten en die kom ik hier nu toevallig tegen. Ik beaamde dit en liet Alex niet weten dat ik wist dat dit dezelfde dame was waar hij mee stond te praten toen hij uit het toilet kwam. Ik moest en zou met haar dansen. Ik kreeg allerlei vleiende woorden naar mijn hoofd en dacht, nou ik moet een beetje op Clark Gable lijken. Ze vroeg mij of ik nog lang bleef want zei wist nog een aardig tentje. Ik zei haar dat het voor mij tijd was om naar boord te gaan want de volgende dag zou druk worden i.v.m. lossen en laden. Ik bestelde nog een half flesje wodka en betaalde met Engels geld. Alex zei zoiets van, “Heb je dit geld opgegeven en je weet dat je dit niet aan de wal mag brengen, ik kan je hiervoor laten oppakken”. Ik had hier niet met iemand van de haven te doen maar met een rasechte KGB'er. Het was mij opgevallen dat in bijna alle Russische havens, nadat het schip was ingeklaard, altijd twee of drie dames aan boord kwamen namens “Intoerist” en de bemanning uitgenodigd werd om aan de wal 1 of 2 evenementen te willen deel nemen. Één ervan, de brutaalste, keek in allerlei kasten waarschijnlijk of er apparatuur in verborgen was. De andere dame was zeer timide en deed zich voor alsof ze veel verdriet had om de sympathie van de aanwezigen op te wekken en misschien haar in vertrouwen te nemen. Als men weigerde om een uitnodiging te aanvaarden toonden ze zich teleurgesteld want daarvoor kwamen ze speciaal aan boord om de bemanning een plezier te doen en een weigering beschouwden zij als een belediging. Derhalve gaven de meeste bemanningsleden daaraan gehoor en zodoende bleven zij onder toezicht van de wal en of KGB .
Gebroken enkel
Er gebeuren af en toe hilarische dingen aan boord. Een bemanningslid maakte een rondje door de machinekamer, viel van de trap en brak zijn enkel. De volgende dag werd hij per ambulance naar een ziekenhuis gebracht. Daar ik de indruk had dat hij voor dezelfde club werkte als ik en een opleiding als fotograaf had gehad, zocht ik naar bepaalde dingen in zijn hut maar vond niets behalve een hele dure camera. 's Middags heb ik hem opgezocht in het hospitaal en sprak met de dokter die zei dat hij hem in het hospitaal wilde houden voor onderzoek en een mogelijke operatie. De patiënt weigerde dit en ik moest dat bevestigen. Volgens de dokter was hij in 'high spirits' oftewel een stuk in zijn kraag. In de gipskamer kwam ik tot de ontdekking dat de dokter gelijk had. De dokter zei “He is bad boy" maar de verpleegsters zeiden weer “He is good boy” en haalde een fles Gorden DryGin onder de lakens vandaan, vandaar die vrolijkheid. Hij zei mij “Denk erom dat je me hier niet achterlaat, anders bel ik de kolonel van de mariniers en die komt mij dan halen”. Het pootje ging in het gips en met de opdracht van de dokter dat als het been blauw werd het gips er vanaf gehaald moest worden. Onze patiënt moest tekenen dat hij afzag van de operatie.
Ik kon de dokter nog va dienst zijn met een paar antibioticacapsules waar hij zeer blij mee was. Een paar uur na ons vertrek werd inderdaad de voet blauw. Ik vroeg advies aan Scheveningen-radio Medical. Zij adviseerden mij om het gips er af te halen en een haven aan te lopen en over een paar uur te melden hoe de toestand was .Ik belde met onze agent in Karlskrona in Zweden en meldde de situatie en vroeg of hij er voor zou zorgen dat alles in gereedheid zou worden gebracht voor de patiënt. Gips plaatsen is een ding om het er vanaf te halen was een andere zaak. We probeerden het met een blikschaar maar dit lukte niet. Het gips was te dik. Toen met een grote schaar uit de machinekamer maar daar was de bek weer te groot voor, laat mij het maar doen zei de patiënt. Na een paar uur lukte het hem. Na een poosje trok de blauwheid weg en meldde ik dit aan Scheveningen Radio die zei dat het nu niet nodig was om een haven aan te doen en dit ook aan Zweden te hebben gemeld, maar wel in de eerst volgende haven een arts te consulteren. Dit hebben we in Kiel / Holtenau gedaan. Onze patiënt is toen met steun van 2 broeders in een taxi gestapt en naar een ziekenhuis gebracht. Halverwege het Kielerkanaal werd ik door onze agent gebeld die om toestemming vroeg om onze patiënt 800 DM. te geven zodat hij zelfstandig naar Holland kon gaan. Die toestemming heb ik niet gegeven. Het bleek ook nu weer dat onze patiënt weer in high spirit was, juist Gordon Dry Gin.
In een andere Russische haven hadden we het volgende probleem. Zij, de Russen, reden met een Vorkheftruck door het ruim en
beschadigden de buikdenning, die wildnen ze niet repareren. Ik heb toen de oliedruk van de winches afgehaald en zo de vrachtlading
lasten stoppen, algehele paniek. De Russen zeiden dat ze Moskou moesten bellen voor advies omdat niemand een beslissing
durfde te nemen. Ik zei hun dat ze een aantal onderdelen moesten geven van de juiste maat wij dit dan zelf zouden repareren.
De zaak werd opgelost en iedereen gelukkig. Ook hier kwam regelmatig de Majoor aan boord om een praatje te maken en rustig
vragen stelde. Wat ik wel leerde was dat de Russen rustig hun tijd af wachten tot dat de oplossing zelf voor de dag kwam. In een
andere Russische haven, die net ijsvrij was, kwam de Majoor ook regelmatig aan boord. De oplossing kwam zelf voor de dag (lees KGB) dat er waarschijnlijk een spion in de haven was. Wat bleek nu, op een Duitse coaster was iemand van een stellingplank gevallen en de Majoor dacht dat hij misschien aan de wal was voor spionagedoeleinden. Ik zei dat die persoon in de snel stromende rivier wel verdronken zou zijn, maar de Majoor zei “You never know”. Ik vertrouwde de hap niet, er bleken nog 2 bemanningsleden voor dezelfde
club te werken maar met verschillende contactmannen. Ik vond het allemaal wat gevoelig vanwege de aandacht van de Russen.Mijn contactman had gezegd, “Als je gepakt wordt halen wij je weer terug”. Wat was dan die organisatie? Ik had sterk de indruk dat er zoveel mogelijk mensen werden gerekruteerd. Op een gegeven moment dacht ik, ben ik nog veilig en hoe zit het met het schip? Toen de Majoor weer een keer aan boord kwam spraken wij over Siberië, ik vertelde hem dat ik er over gelezen had en dat het indruk op mij gemaakt had, nou zei hij ik kan het regelen dat je het van boven kunt zien ook nodigde hij mij uit om aan het eind van de navigation, dat is zo‟n beetje aan het eind van het zomerseizoen, op de berenjacht te gaan want er waren nogal wat beren die in de omgeving van de stad overlast bezorgde. Ik zei „bedankt voor de uitnodiging‟. Wij verhaalden het schip naar de zaagmolen waar we hout moesten laden.
Stuurman De Jager
's Middags kwam er een beeldschone dame aan boord namens Inflot en kwam zomaar een praatje maken of alles naar mijn tevredenheid verliep. Na een poosje vertelde ze mij dat de vorige kapitein wel eens aan de wal sliep en dat hij bevriend was met Tamara die op het kantoor werkte. Wat mij opviel was dat in diezelfde tijd stuurman de Jager aan boord zat, dezelfde die gepakt was in Rusland toen hij op safari was.
Lou de Jager op Schiphol na terugkeer van zijn gevangenschap in Rusland (Bron: Nieuwsblad van het Noorden, dd 2-6-1967)
Rekenen had ik op lagere school geleerd. namelijk dat 1 en 1, 2 is. De volgende dag kwam er weer een korrelige redelijk geproportioneerde dame aan boord, maar die begon meteen te reclameren dat dit een 'bad' schip was, ”Look‟ zei ze, zette haar wel gevormd been op de verhoogde drempel trok haar rok omhoog tot aan haar lies en liet zij een ladder zien van haar knie tot haar lies. Met veel moeite, het zweet stond in mijn handen, heb ik haar aan het verstand gebracht dat dit nooit de schuld van het schip kon zijn en heb haar gerustgesteld door 2 stukjes zeep aan te bieden.Het leven van de zeeman gaat niet altijd over rozen. De volgende dag kwamen er 2 dames van Intourist aan boord en nodigden ons uit voor een toneelvoorstelling. te weten 'Romeo en Juliet' gespeeld door doofstomme mensen.
Ik heb mij laten vertellen dat dit het enige doofstomme toneelgezelschap in de wereld.was. Wij werden opgevangen door 2 studentes. Ik vroeg aan hen wie voor hen de ridder op het witte paard was en dat was Yuri Gagarin. Wij hebben met verwondering naar het stuk gekeken. De stemmen van de toneelspelers werden gesproken door 2 of 3 mensen die tegen het podium zaten, geweldig.Terug in Holland heb ik mijn foto‟s ingeleverd tot genoegdoening van de wal. Er volgde nu een periode van rust totdat ik in 1980 een reis moest maken naar Rusland.
Opdracht slagschip Kirov
Ik meldde mij bij de club en werd gebrieft. Ik kreeg de opdracht om de Kirov ( en nieuw hyper modern slagschip) op het celluloid te krijgen. Zij zitten er om te springen en het zou dan ook de foto van het jaar zijn. De Kirov moest in Kroonstad liggen en ik zou de NAVO een grote dienst bewijzen als ik er een foto van zou kunnen nemen. Bij het naar binnen komen via het kanaal zag ik over bakboord de bovenkant van 3- of 4 mijnenvegers die ik bijna recht van voren inzag, bij het dichterbij komen zag ik daar achter een stalen toren van de vermoedelijke Kirov. Ik zei tegen de loods dat ik wat te eten voor hem ging halen. Toen ik naar beneden ging heb ik via een open
staand raam de Kirov gefotografeerd. Mijn camera had ik klaar liggen. Bij het passeren van de Kirov ik zag zijn hoge opbouw met overal radarschilden, daarna kwam ik weer op de brug. De houding van de loods veranderde hij werd
Slagkruiser van de Kirov klasse.
Rond 1980 nam de marine van de voormalige Sovjet-Unie de Kirov klasse in gebruik. Volgens de eigen classificatie een geleide-wapenkruiser (Raketnyy Kreyser), met een groot aantal luchtdoel- en zeedoelraketten aan boord. De Kirov was zo groot (tot ruim 25.000 ton) dat de schepen van die klasse in het westen vaak als slagkruisers werden getypeerd. Van de Kirov klasse (nu: Admiral Ushakov) zijn er thans nog 2 schepen in dienst bij de Russische marine (Bron: Wiki)
terughoudender. Mij werd later verweten dat ik geen eten had meegenomen voor de loods, terecht overigens.Bij binnenkomst 's avonds, om ongeveer 6 uur, ging de loods van boord en kwam de inklaringsploeg aan boord Wij dachten dat we onze walpasjes zouden krijgen, niets was minder waar. De volgeschoten rolletjes had ik reeds verstopt aan boord. De volgende dag kwam Inflot en de bekende Majoor mij zeggen dat er nog niet met laden kon worden begonnen want er was nog geen lading, de pasjes kregen we wel. Daarna kwam bijna iedere dag de Majoor aan boord om te zeggen dat er foto‟s werden en waren gemaakt en ik moest weten wie dit deed. Ook Intourist maakte hun opwachting en nodigde ons uit om een bezoek te brengen aan de Hermitage en of naar het zomerpaleis van de ex-tsarina .Ik heb toen nog gevraagd of ik naar Moskou mocht i.v.m. de Olympische spelen maar dit ging niet door. Ook vroeg ik om een kaartje voor een voetbalwedstrijd ter plaatse maar ook dit kreeg ik niet.
Ben toen naar het zomerpaleis geweest in gezelschap van 3 studenten geologie waarvan er 2 goed Nederlands spraken. Na het bezoek spraken we af om elkaar 's avonds in het zeemanshuis te ontmoeten. Zo gezegd zo gedaan. Die avond kwam er nog een dame bij die volgens de anderen geologie studeerde maar geen woord Engels of Nederlands sprak, vreemde zaak. Ik werd mij er steeds meer van bewust dat het een duistere zaak begon te worden.
Omdat bijna iedere dag de Majoor aan boord kwam en steeds dezelfde vragen stelden, wie aan boord foto's gemaakt had. Pas na 14 dagen werd er begonnen met laden, in die tijd heb ik alle fotorolletjes vernietigd omdat ik vermoedde dat ze elk ogenblik het schip zouden doorzoeken en die rolletjes zouden kunnen vinden met alle gevolgen van dien. Ik schrijf dit nu wel gemakkelijk maar eenieder kan begrijpen dat ik vol spanning was en tegen de Majoor net moest doen of mijn neus bloedde. Dit muisje had nog een staartje.Na 17 dagen vertrokken we dan ook 's nachts om 4 uur met bestemming Duitsland. We passeerden wederom Kroonstad maar de vogel was gevlogen.
Finse golf
Toen we een poosje de Finse golf in waren zag ik op de radar voor Tallin enkele zeer sterke echo‟s vermoedelijk de Kirov met escortevaartuigen.Onderweg naar Bremen begon ik steeds na te denken wat er allemaal gebeurd was,had ik dan toch niet de filmrolletjes moeten vernietigen, had ik dan toch meer risico moeten nemen, had ik de dreiging van de Majoor moeten negeren? Ik denk dat de ongetraindheid in die omstandigheden mij parten speelde alsmede dat ik al een verdacht persoon voor hen was.
Gezien de voorgeschiedenis, was er misschien iemand aan boord die de Majoor het in zijn oor gefluisterd had? De Majoor zat ook vele malen met de bemanning te praten. Al deze dingen speelden door mijn hoofd en ik werd er niet prettiger van.
Aankomst Bremen
Bij aankomst in Bremen belde ik mijn contactman en vroeg hem om naar Bremen te komen, later hoorde ik van hem dat hij daarvoor geen toestemming kreeg. Achter ons lag een Russisch schip afgemeerd. Er kwam iemand van die Rus vragen of zij ons schip mochten bezichtigen en of wij een balspelletje wilden doen in een lege loods langs de kade.
Nieuwsgierig als ik was stemde ik daarmee in. In de loop van de avond kwam een manspersoon met 3 dames bij ons aan boord.
Politiek commissaris
De manspersoon was voor mij de bekende commissaris die altijd op Russische schepen aanwezig was.De commissaris stelde zich voor als stuurman maar ik wist wel beter Ik zei tegen onze stuurman dat hij de Rus de kaartenkamer moest laten zien in verband met de Decca. Ik vroeg aan de dames of de stuurman soms de commissaris was. Zij bevestigden dit en ik vroeg of het een aardige man was? “No, he is bad man, no good”. Ik kreeg een roebel van ze. De commissarissen waren altijd herkenbaar aan hun serge broek en blauwe coltrui.Je word schichtig .en ziet dan ook altijd beren op de weg en dat is niet bevorderlijk voor je gezondheid.Na aankomst in Holland werd ik gedebriefd en werd mij verteld dat mijn verhaal van die mijnenvegers die ter dekking lagen voor de Kirov, dat zij daaraan twijfelden.Verder werd mij verteld dat ik geluk had gehad dat er gedurende mijn verblijf daar de Olympische spelen gaande waren anders hadden ze mij zeer zeker gepakt, dan had mijn lot gelijk aan die van mijn 2 voorgangers geweest. Ik kreeg hoofdpijn en voelde mij niet senang en ging naar de dokter en werd doorgestuurd naar de internist en na bloeddruk te hebben gemeten en hart onderzoek opperde hij mij een zielenknijper te consulteren, zonder dat hiji ets van mijn verleden wist, en het hem ook niet vertelde. Ik bedankte daarvoor omdat ik wist waar het vandaan kwam. Dit was dan de ervaring van ex-zeuntje (*) Hr Ms O9 die vrijwillig in het diepe werd gegooid maar daarin niet zo goed kon zwemmen.Verder had ik de in de loop der tijden de indruk dat de Dienst door middel van de contactmannen zoveel mogelijk mensen rekruteerde. Soms had ik aan boord 2 tot 3 personen die zich bezig hielden met spionagewerk, dan is het niet onmogelijk dat zij door hun contactman waren ingelicht dat ik ook lid van de club was en bij arrestatie misschien doorgeslagen had. Toch heb ik vele bedankjes gehad voor de inlichtingen en foto's die ik heb afgeleverd.Ik ben dan ook blij voor de hele, hele kleine bijdrage die ik heb kunnen leveren ter ondersteuning van de westelijke waarden.Grammaticaal mag dit verhaal dan niet zo goed kloppen maar het is geschreven zoals het in mijn herinnering is.
Willem Verbaan, ex zeuntje (*) Hr.Ms.O9.
(*) zeuntje = een matroos bij de Koninklijke Marine, in dit geval aan boord van een O-klasse onderzeeboot, die telkens voor zes weken wordt aangesteld om het eten af te halen en over de borden te verdelen, het verblijf schoon te houden, voor het komaliewant (bestek en dergelijke) te zorgen en tal van andere karweitjes op te knappen.
Jan Louwers
Nederl. regering waarschuwt Tsjechoslowakije neemt vormen niet in acht
DEN HAAG, 10 Jan. — Naar aanleiding van het feit, dat op 13 december 1949 te Praag is gearresteerd de heer J. A. Louwers, vertegenwoordiger van de N.V. Alg. Kunstzijde-Unie (AKU) aldaar, maakt de Nederlandse regering bekend, dat door Hr. Ms. gezantschap te Praag onmiddellijk na deze arrestatie herhaalde en dringende démarches bij de Tsjechoslowaakse regering zijn gedaan om mededeling te ontvangen op welke gronden de heer Louwers van zijn vrijheid is beroofd en waar hij gevangen gehouden wordt, alsmede om toestemming te verkrijgen met de heer Louwers in contact te te treden. Deze inlichtingen zijn tot nu toe niet verstrekt, terwijl het gedane verzoek evenmin werd ingewilligd. De Nederlandse regering betreurt ten zeerste, dat zij heeft moeten vaststellen, dat ten deze de Tsjechoslowaakse regering de in het verkeer tussen beschaafde volkeren gebruikelijke vormen niet in acht neemt. Aangezien derhalve de Nederlandse regering belet wordt aan in Tsjechoslowakije verblijvende Nederlanders de normale politieke en consulaire bijstand te verlenen, wordt aan Nederlanders, die voornemens zijn zich naar Tsjechoslowakije te begeven, de ernstige raad gegeven met het vorenstaande rekening te houden. De Nederlandse regering heeft de Tsjechoslowaakse gezant te Den Haag van haar standpunt ten deze in kennis gesteld (Bron Limburgs Dagblad, dd 11-1-1950)
Het proces-Louwers Optreden tegen Nederlandse legatie verwacht
Diplomatieke kringen te Praag houden rekening met de mogelijkheid, dat de Nederlandse zaakgelastigde J. van der Gaag, militair attaché, kolonel P. F. Hasselman en kanselier Th. Lochman ten gevolge van de verklaringen welke de heer J. A. Louwers op de eerste dag van het spionnageproces zou hebben afgelegd door de Tsjechische regering tot „persona non grata" zullen worden verklaard. Louwers zat gisteren op de tweede dag van het proces rustig te luisteren naar de verklaringen van de beklaagden, die toen aan de beurt waren, aldus United Press. Zaakgelastigde J. van der Gaag sprak verontwaardigd de gisteren door Louwers geuite beschuldiging tegen, dat hij geheime documenten'met diplomatieke post heeft verzonden. Het officiële Tsjechoslowaakse Nieuwsagentschap meldde over het proces onder meer het volgende: „De tweede dag van het proces tegen een groep spionnen en verraders is in het staatsgerechtshof aangevangen.
Op de eerste dag is gebleken dat vele leden van de Westelijke diplomatieke missies en wel in het bijzonder leden van de Nederlandse legatie alhier, hun diplomatieke taak hebben misverstaan. De tweede dag van het proces ving aan met een overzicht van de imfaire activiteit van dc leden van de bourgeoisie." De heer Van der Gaag, die ook gisteren de zitting heeft bijgewoond, verklaarde gisteravond dat hij het gehele proces beschouwde als "een demonstratie tegen het Westerse corps Diplomatique in het algemeen en de Nederlandse legatie in het bijzonder. (Bron: De Gooi- en Eemlander, dd. 4-3-1950)
Beschuldigd van spionnage
Louwers uit Tsjechoslowakije terug
Op dezelfde dag, dat generaal Eisenhower in Nederland aankwam, arriveerde met een Tsjechisch vliegtuig, de heer A.J. Louwers, die in Praag tot gevangenisstraf was veroordeeld, doch tenslotte vrijgelaten. Familieleden en vertegenwoordigers van het Nederlandse ministerie van buitenlandse zaken verwelkomden hem. De heer Louwers wenste geen diepgaande vragen over zijn ervaringen te beantwoorden. De heer Louwers stond 2- 3- en 4 maart 1950 voor een gerechtshof te Praag terecht op beschuldiging een organisatie te hebben gevormd met het doel de republiek Tsjechoslowakije te ondermijnen en economische sabotage te plegen ten gunste van vreemde mogendheden. Hij was in Tsjechoslowakije werkzaam als vertegenwoordiger van de A.K.U. Hij stond tezamen terecht met twaalf Tsjechoslowaakse burgers (waarvan drie bij verstek), die eveneens beschuldigd werden van spionage, sabotage en steun aan de internationale reactie. Op 4 maart hield de staataaanklager Urvalek een fel requisitoir en vroeg de doodstraf voor Louwers op grond van economische spionage en het verschaffen van hulp aan Tsjechen die het land wilden ontvluchten. Diezelfde dag nog sprak de rechtbank het vonnis uit: 15 jaar dwangarbeid. Het hof beval tevens dat al zijn bezittingen in beslag zouden worden genomen en dat, hij. na zijn straftijd, uit net land zou worden gewezen. De medeverdachten van Louwers werden tot straffen van 3
tot 25 jaar dwangarbeid veroordeeld. Twee van de drie bij verstek veroordeelden kregen levenslang. Radio Praag meldde op 7 maart 1950, dat de Tsjechoslowaakse regering verzocht heeft om onmiddellijke terugroeping van de drie in het proces genoemde leden van de Nederlandse legatie n.1. de zaakgelastigde J. van der Gaag, de militaire attaché, kolonel B.R.P.F. Hasselman (de huidige chef van de generale staf.) en de kanselier Th. Lochmann. In antwoord hierop heeft de Nederlandse regering de terugroeping geëist van mej. Ludvova, attaché en mej. R. Palova, kanselarijheambte van de Tsjechische legatie in Den Haag. Nederland heeft geen concessies gedaan aan de regering van Tsjechoslowakije teneinde de vrijlating van de heer Louwers te verkrijgen, zo vernam A.N.P. van een zegsman van het ministerie van buitenlandse zaken. De Nederlandse autoriteiten hadden zich beperkt tot het diplomatiek contact met de regering van Tsjechoslowakije. Er bestaat dus in deze zaak geen overeenkomst met de zaak Vogeler. Van welingelichte zijde vernam A.N.P., dat de Nederlandse regering op het standpunt stond, dat het in het belang van de heer Louwers zelf was, dat geen représailles werden genomen. De Nederlandse vertegenwoordigers brachten de kwestie ook niet tijdens de handelsbesprekingen met Tsjecho-Slowakije ter sprake. In deze kringen neemt men aan, dat zulks een goede indruk op de Tsjechen gemaakt heeft.(Bron: Nieuwe Courant, dd 16-5-1951)
Jacob van der Gaag (Utrecht, 7 januari 1905 - Leiden, 7 februari 1988) was een Nederlands verzetsstrijder tijdens de Tweede Wereldoorlog en diplomaat. Na de bevrijding werkte Van der Gaag kort bij het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar dat werk ervoer hij als saai en niet erg zinvol. Zijn diplomatieke carrière begon hij als eerste ambassadesecretaris in Mexico. Daarna ging hij als tijdelijk zaakgelastigde naar Praag en poogde op eigen initiatief tussenbeide te komen in het proces van de van economische spionage verdachte ondernemer J. Louwers, waardoor hij in 1950 in Tsjechoslowakije persona non grata werd.
„Het gaat hier beter dan in Praag”
Best begroette Louwers met vlaggen en bloemen
Korte antwoorden op Schiphol
(Van onze correspondent) BEST, 10 Mei — Een uitbundig vlaggend Best heeft vanavond om acht minuten over zeven de heer Louwers in zijn geboortedorp verwelkomd. Onder hartelijk gejuich en handgeklap van de dorpsbewoners betrad Jan, de oudste zoon van de familie Louwers, voor het eerst sinds Sinterklaasavond 1949 met zijn dochtertje en dolgelukkige echtgenote het ouderlijke huis aan de Oirschotseweg. Op uitdrukkelijk telefonisch verzoek van de heer Louwers was een ontvangst met harmonieën en erebogen achterwege gebleven.
Maar de honderden vlaggen en een schat van bloemen en bloemstukken in de huiskamer getuigden toch het medeleven van de buurtbewoners, die in allerijl een ontvangstcomité hadden gevormd. Op de vraag hoe de ontvangst in Nederland en de reis verlopen was antwoordde de heer Louwers lachend: „het gaat hier beter dan in Praag." Op de vraag wat de heer Louwers nu ging doen, antwoordde hij: „Voorlopig eerst vakantie nemen en dan zien we wel verder". Na naar Brabantse traditie de „koffie" bij zijn ouders in Best te hebben gebruikt reisde hij met zijn echtgenote en dochtertje naar hun woning in Eindhoven, waar de heer Louwers voor het eerst zijn zoontje Jan zag, die vorige maand een jaar is geworden. (Bron: Volkskrant 11-5-1951)
(Bron: Nieuwe Leidsche Courant, dd 15-10-1952, pagina 2) mr. Daan Engel Krantz (1918-1998)
Uit: JAARBOEK DIRK VAN EEK 1998
mr. D.E. Krantz ooit is veroordeeld voor spionage voor het oost-blok, i.c. de Tsjechische inlichtingendienst. Opgepakt in 1951 werd hij tot anderhalf jaar gevangenisstraf veroordeeld. Veel schadelijke informatie over 's lands veiligheid en andere nationale belangen zal Daan Krantz, indertijd werkzaam op de afdeling sociaal-economisch onderzoek van de Rijksdienst voor het Nationale Plan, niet hebben kunnen doorgeven en heeft hij ook niet doorgegeven. Maar het oppakken van "mr. K." leidde wel tot de nodige commotie en door links en rechts werd hij neergesabeld. Ik moet zeggen, ik had niet graag in zijn schoenen gestaan. Daan Krantz heeft het allemaal persoonlijk mogen meemaken. De minister onthulde zijn spionage in 1951 in de kamer (met volledige naam). De CPN deed dat natuurlijk direct af als "provocatie" rondom een "fascistische spion". Ook PvdA-er Frans Goedhart meende aan een nationaal-socialistisch verleden te moeten refereren, noemde hem een goed voorbeeld van een verdoolde intellectueel en de reactie van de CPN "leerzaam voor anderen". Het lijkt mij niet de meest plezierige periode voor Daan Krantz geweest te zijn: door iedereen uitgespuugd, feitelijk verraden door zijn 'kameraden'. Anders reageerde de Leidse criminoloog W.H. Nagel. Nagel is vooral bekend onder het pseudoniem JB. Charles, onder welke naam hij onder meer Volg het spoor terug en Van het kleine koude front schreef. Nagel is een goed voorbeeld van de linkse, onafhankelijk denkende intellectueel, die zich tijdens de koude oorlog staande wist te houden. Igor Cornelissen constateerde in Het Parool dat Krantz en Nagel blijkbaar veel gemeen hadden: naast het wantrouwen tegenover Duitsland (of zelfs "enige anti-Duitse sentimenten") ook de belangstelling voor de sociale achtergronden van de crimineel. De twee kenden elkaar ook, uit Groningen, uit het verzet. Nagel haalde Daan Krantz naar zijn instituut aan de Leidse universiteit. Daar werkte Daan eerst als vrijwilliger, maar later kreeg hij een normale betrekking als wetenschappelijk hoofddocent. Hij doceerde penitentiair recht.
„Verraderspraktijken”?
Louwers slachtoffer van mr Krantz?
(Van onze correspondent)
ROTTERDAM, 9 Jan. — Het voorarrest van de Nederlandse ambtenaar mr D. E. Krantz, die ten behoeve van de Tsjechische regering spionnage heeft verricht, is verlengd. Het onderzoek heeft — naar het „Algemeen Dagblad" bericht — uitgewezen, dat communistische organisaties en bijzonder het dagblad „De Waarheid" geld ontvangen uit handelsovereenkomsten van Nederlanders met landen achter het ijzeren gordijn. De AKU-vertegenwoordiger in Praag, de heer J. Louwers, is waarschijnlijk eveneens het slachtoffer geweest van
verraderspraktijken van Krantz. Vóór zijn arrestatie in Praag had Louwers zeer nauwe relaties met deze ambtenaar, die toen nog volkomen werd vertrouwd.
Louwers heeft nog weinig losgelaten over zijn gevangenneming en zijn vrijlating. De regering beschikt echter over uitvoerige rapporten waarin de lichamelijke en geestelijke mishandeling van Louwers staat beschreven. De officiële berichten van het Tsjechische ministerie van buitenlandse zaken schijnen volgens deze rapporten volkomen gelogen te zijn. Krantz werkte in deze tijd — dat is twee jaar geleden — ook in Tsjechoslowakije, zijn vrouw zelfs op de Nederlandse legatie. Het Is zeer waarschijnlijk dat hij toen reeds voor de Tsjechen 'werkte en gezien zijn nauw contact met Louwers, heeft meegeholpen om bezwarend materiaal tegen deze Nederlander te verzamelen. (Bron: Volkskrant, dd 10-1-1952)
A.J.F. van der Gouw BVD-agent (?)
Anton Johan Frans (A.J.F.) Tonnie van der Gouw, geboren 1926 Ronse (Belgisch Vlaanderen), overleden < 2010
Nederlandse nationaliteit; zat voor de oorlog op het seminarie om priester te worden; begaat in 1944 als SS-soldaat wreedheden in Drenthe; maakt deel uit van het onder leiding van Otto Skorzeny staande Jagdkommando Skorzeny, een elite-eenheid van het Duitse leger, de bevrijder van Mussolini. De commando's van het Jagdverband hebben onder meer als taak spionage en sabotage achter de vijandelijke linies. Van der Gouw die meerdere talen spreekt en een fenomenaal geheugen heeft is hiervoor ideaal
Schrijver van het boek 'Alias Teixeira', waarin hij zich A.V.F. van der Gouw noemt.
***Opmerking auteur. De reden waarom van der Gouw hier in het rijtje van spionnen voor het NL en/of NATO wordt genoemd is het feit dat hij o.m. in een onderzoek voor een BBC-programma wordt genoemd als één van de te recruteren spionnen voor Groot-Brittannië in de richting van het Oost. Vlak na de 2e-WO wordt het Oostblok (lees communisme) gezien als de Nieuwe vijand in de daarop volgende Koude oorlog. De Britten recruteerden in de gevangenkampen waar ex-SS'ers gevangen zaten. Zij werden eerst door de Britten gefolterd en werden daarna gerecruteerd. Van der Gouw werd uiteindelijk niet gekozen. Verder noemt Van der Gouw zichzelf BVD-spion. Kennelijk is hij een keer door een BVD-medewerker gesproken naar aanleiding van zijn verleden. Deze aanwijzingen en zijn contacten met de familie van Zuydewijn in relatie tot de lauche ('SS') bank Teixeira de Mattos, waar later vanwege zijn boek daarover veel ophef over is ontstaan maakt het nuttig hem hier even aan te halen.***
Bron: BBC4 Radio - geheime deals van Groot-Brittannië met hogere nazi's aan het einde van de Tweede Wereldoorlog . Vrijgegeven documenten leidde tot een verhaal van krijgsgevangenen, gemarteld en vervolgens gerecruteerd als spion tegen/in het Oostblok.
Operatie Werwolf
In de zomer van 1944 werden er tussen geheime diensten uit Duitsland, Groot-Brittannië en Nederland afspraken gemaakt om na de oorlog Skorzeny-commando’s, aangeduid als SS-Jagdkommando, in West Europa actief te laten worden om het communisme te bestrijden. Er vonden bijeenkomsten plaats aan het Comomeer, Zurich en Amsterdam. In Amsterdam vonden twee bijeenkomsten plaats in respectievelijk het Victoria- en het Carltonhotel, die onder leiding van Wilhelm Harster stonden. In Nederland zouden de groepen door SS-hauptsturmführer Helmuth Pröbsting georganiseerd gaan worden. Andere deelnemers aan de besprekingen waren onder anderen Friedrich Schallenberg en Pierre Sweerts.
Vlak voor de bevrijding kreeg de operatie de naam operatie Wehrwolf. De V-Mann Jan Haakman, die voor het Sonderkommando Frank van de Abwehr actief was, kreeg opdracht om een soortgelijk netwerk voor na de oorlog op te bouwen.
Een ander lid van de organisatie was de Belgische SS’er Anton van der Gouw, die ver na de oorlog in conflict met Zwolsman kwam toen hij een boekje met beschuldigingen tegen Zwolsman wilde publiceren.Na de oorlog werden twee Werwolf-groepen in Nederland ontdekt. De ene was een groep van achttien man in Brummen en de andere was een groep van twintig man. De manschappen in Brummen bestonden uit Nederlandse SS’ers. Ze hadden een opleiding in ‘silent killing’, vechtsporten en vreemde wapens gekregen. Verder kregen ze de beschikking over allerlei soorten wapens en explosieven, waaronder machinepistolen en handgranaten. Er is een verband tussen de Werwolf-organisatie in Nederland en de in 1947 opgerichte SOAN, die daarvoor actief was onder de naam 'dienst Hacke-Elsinga'(Bron: Wiki)
Op 28-1-2010, te 14:26 uur schreef schrijver/onderzoeksjournalist Ton Biesemaat:
“Ik heb contact met de weduwe van Van der Gouw. Helaas is er geen archief met materiaal v.w.b. bijvoorbeeld deel 2b. Inderdaad is Van der Gouw aan darmkanker gestorven, heeft niets met een complot te maken. Wel is het zo dat de vrindjes van Bernhard betrokken waren bij de louche zaken die zich afspeelden bij de ondergang van de bank Teixeira de Mattos. Ik heb hier wel het strafdossier liggen over Van der Gouw betreffende zijn collaboratie en deelname op het einde van de oorlog aan het Jagdkommando Skorzeny van de SS. Van der Gouw werd door de Britse geheime dienst wel geïdentificeerd als een mogelijke belangrijke spion. Daarom werd hij a la Irak nog een aantal jaren na 1945 door de Britten in een martelcentrum in Duitsland aan de tand gevoeld. Dus de biografie over Van der Gouw is wel interessant. Het is geen biografie maar ik werk aan een hoofdstuk over Van der Gouw in mijn nieuwe boek.
Slechts De Groene Amsterdammer behandelt het proefschrift in haar editie van 26 april jongstleden. Toch ligt er schijnbaar in het verleden van Edwin de Roy van Zuydewijn een sleutel die toegang geeft tot het grote waarom van zijn proefschrift. Die sleutel kan heten mr. L. de Roy van Zuydewijn, Edwins vader die 12 jaar na zijn geboorte in 1978 overleed. In 1966 wordt Edwin geboren, twee jaar later scheiden zijn ouders.
Op 27-5-2003 schreef schrijver/ onderzoeksjournalist Ton Biesemaat:
Eén van de intrigerende aspecten in de zaak van Prinses Margarita en Edwin de Roy van Zuydewijn versus het Koninklijk Huis is het proefschrift dat Edwin de Roy van Zuydewijn schreef. Dat proefschrift is terug te vinden in de bibliotheek van de universiteit van Oxford en heet "The Arms Transfer Policy of the Federal Republic of Germany Towards the Middle East, 1949-
1982". In de Nederlandse media is dit aspect van 'Margaritagate' nauwelijks belicht. In een interview met het NRC wordt er naar gevraagd maar verder blijft het onderwerp merkwaardig genoeg rusten.
In het NRC-interview van 30 maart meldden zijn moeder en zus over zijn vader: "Niet relevant". Maar… de vader van Edwin had in de jaren zestig wel contacten met de mysterieuze ex-SS'er en naar eigen zeggen BVD-agent van der Gouw en de louche bank met veel naoorlogse nazi-contacten Teixeira de Mattos. Edwin de Roy van Zuydewijn in hetzelfde NRC-interview: "Spiritueel ken ik mijn vader heel goed. Ik spreek hem nog geregeld."