Rotterdam en spionage
Transworld Marine Agency (TWM)
Rotterdam niet verrast door spionage KGB, Havenbedrijf fungeerde jaren als dekmantel
Het scheepvaartbedrijf Transworld Marine Agency (TWM) in Rotterdam heeft sinds zijn oprichting in 1972 gefungeerd als dekmantel voor Russische spionnen. Het bedrijf treedt in
de Rotterdamse haven op als agent voor de schepen van de Russische staatsrederijen, die zijn verenigd in het bevrachtingskantoor Sovfracht. Transworld is eigendom van deze Russische staatsonderneming. De vertegenwoordigers van Sovfracht, die in Rotterdam kantoor hielden, waren agenten van de Russische inlichtingendienst KGB. Dit heeft het ministerie van binnenlandse zaken toen bevestigd.
Rotterdam & spionage
Rotterdam in de ban van spionage
Een gunstige ligging, een havenstad vol inwoners van verschillende nationaliteiten, een druk scheepvaart- en reizigersverkeer en de neutraliteit van Nederland droegen al voor de Eerste Wereldoorlog bij aan de ontwikkeling van Rotterdam als internationaal spionagenest.
Wellicht is de havenstad dat nog steeds.
Wat is spionage?
Spionage is het verzamelen van vertrouwelijke inlichtingen voor militaire, politieke of economische doeleinden. Er is geen internationaal verdrag dat spionage verbiedt. Het verzamelen van de informatie wordt gedaan door spionnen of geheim agenten.
Het tegengaan van spionage door buitenlandse spionnen heet contra-spionage.
Hieronder staan een aantal bijzondere verhalen centraal over spionnen en spionage.
Spionage prikkelt de verbeelding. Intriges, verleiding, verraad en actie liggen op de loer! Met Mata Hari, James Bond, King Kong en Geheim Agent 327 betreden we het rijk van overwegend spionagefictie en bijvoorbeeld met Richard B. TINSLEY (Verenigd Koninkrijk)en Hilmar DIERKS (Duitsland), waarover later meer, het terrein van de spionagewerkelijkheid.
Hoewel? Mata Hari is wel degelijk in Rotterdam geweest, spion King Kong ligt begraven op Crooswijk en James Bond komt eraan, weliswaar als onderwerp van een grote tentoonstelling in de Kunsthal (vanaf 12 oktober 2014), maar toch… En oh ja, stripagent 327 (begonnen als James Bond persiflage) groeide volgens tekenaar Martin Lodewijk op in Feijenoord.
Spionnennetwerk, in kaart gebracht door de Duitse inlichtingendienst, Stadsarchief Rotterdam.
Dit stuk dingde mee naar de verkiezing van Archiefstuk van het jaar 2014.
Welke bewijzen zijn er voor spionage, wat is waar en wat is niet waar? Hoe doe je eigenlijk onderzoek in archieven naar spionage. Zijn er archieven van inlichtingendiensten die vrij toegankelijk zijn? Meestal is dat niet het geval. Met de Duitse inval in 1940 zijn ook nog eens de nodige archiefbescheiden bijvoorbeeld van de toenmalige militaire inlichtingendienst GS III preventief vernietigd. Een paar jaar eerder schoonde hoofdcommissaris Louis Einthoven het Rotterdamse politiearchief op wat betreft gevoelige (contra)spionagestukken uit de Eerste Wereldoorlog. De zogenaamde ‘spionnenkaart’ die desondanks is aangetroffen in het Rotterdamse politiearchief, een door de Duitsers opgemaakte ‘Graphische Darstellung der feindlichen Spionagen Büro’s’, is dus echt een uniek archiefstuk. Op de kaart is duidelijk te zien dat Rotterdam het spionagecentrum bij uitstek is met vertakkingen tot en met Maastricht. Spionage, zo lijkt het wel, volgde de loop van de grote rivieren. Engelse, Russische, Belgische en Franse kantoren en contactpersonen staan op de kaart vermeld.
De Duitsers zaten zelf natuurlijk ook in de getoonde locaties.Leuk zo’n spionnenkaart van een spionnennest, maar wie is nu precies wie? Al voor de oorlog had de Duitse inlichtingendienst een kantoor in Rotterdam, om precies te zijn in het Keizerlijke Duitse consulaat-generaal in het Witte Huis. Van daaruit brachten zij het op de kaart geschetste spionagenetwerk in beeld.
De Amsterdamse agent van Tinsley was Kurt Alfred Tobiansky d’ALTHOFF, onder meer verbonden aan het Britse Belgian Relief Committee dat dus meer deed dan vluchtelingenhulp. In Amsterdam opereerden daarnaast onder meer: Charles TRIPP, A.J. COOK en Carl WILMER.
De Haagse connectie van Tinsley was Paul BOUCABEILLE van de Franse contraspionagedienst. En zo gaat het maar door. Op de spionnenkaart figureren onder meer nog: de Belg Pierre HOET die in dienst was van WALLINGER (Londen) en in contact stond met de Rotterdamse politie en verder in Rotterdam Lesdain, MIELLET, Van DIJK KORSTEN, Müller & Co (Batavierenlijn).
Centraal in Rotterdam staat, aldus de Duitsers, de Engelsman Richard B. Tinsley, bijgenaamd T. De Britten runden hun inlichtingenzaak vanuit het kantoor van de Uranium Steamship Company onder leiding van directeur Tinsley, gevestigd aan de Boompjes nummer 76a. De rechterhand van Tinsley was de Rus Dmitry de PETERSON. Hij staat dan ook op de kaart in de blauwe cirkel (Rotterdam) onder Tinsley vermeld, net als de ons onbekende Dr. Van SELM.
Personenregistratie van Richard Bolton Tinsley en echtgenote (Bron: Stadsarchief Rotterdam) (Geen foto beschikbaar)
In Breda Van HIEFFDEN en ROBINSON,vin Utrecht JACOBS SPANJAARD,vin Heerlen JAVAUX en VINCENTOWITSCH, in Maastricht onder anderen PAUL en in Vlissingen bijvoorbeeld Van TICHELEN.
01 Eerste Wereldoorlog
In 2012 verscheen het boek ‘Spionnennest 1914-1918 Spionage vanuit Nederland in België, Duitsland en Engeland’, door Edwin Ruis. De hoofdrol in dit boek is weggelegd voor Rotterdam: “Vanaf 1914 wordt het neutrale Nederland een broeinest van internationale intrige en spionage. Strategisch gelegen tussen Duitsland en Engeland vormt Nederland een perfecte uitvalsbasis voor Duitse spionage in Groot-Brittannië en Britse spionage in Duitsland en vooral bezet België. Veel Nederlanders en Belgische vluchtelingen laten zich in met spionage voor geheime diensten en betalen daarvoor soms de hoogste prijs. De executie van de Nederlandse Mata Hari is dan ook zeker geen incident.”
Op een onverwacht moment stond Mata Hari op de stoep bij de Rotterdamse cabaretier Koos Speenhoff. Ze was op zoek naar onderdak en een baantje. Speenhoff was helemaal van de kaart. Hij herinnerde zich later nog levendig dat zij kwam proefdansen:‘Wat was ze onzegbaar mooi. Mijn collegaas stonden er van te piekoogen … die smullers toch. Een bijna volmaakt lichaam had ze. Wat tenger voor een Venus misschien. Maar wat een prachtig gesloten beenen van de vrouwelijkheid tot hare enkels. Geen straaltje licht kwam er door. Een gewelfde buik en kinderlijke borsten, Schouders die rondden en wat dropen. Een lieve hals en een hoofdje om mee te nemen en op te zetten’. Na enkele succesvolle voorstellingen werd zij opgemerkt door een heer die haar meenam naar Parijs waar zij triomfen zou oogsten. (Bron: ruudspruit.com)
Mata Hari in 1910 in Parijs
Mata Hari, pseudoniem van Margaretha Geertruida (Griet) Zelle (Leeuwarden, 7 augustus 1876 - Vincennes, 15 oktober 1917), was een Nederlandse exotische danseres. Ze werd door de Fransen schuldig bevonden aan spionage en wegens hoogverraad gefusilleerd (7)
In de jaren van de Eerste Wereldoorlog zagen de moderne inlichtingendiensten het licht met boeiende personages als Richard Tinsley, Hilmar Dierks en politie-inspecteurs zoals François van 't Sant.
Al voor de oorlog had de Duitse inlichtingendienst een kantoor in Rotterdam, om precies te zijn in het Keizerlijke Duitse consulaat-generaal in het Witte Huis. Van daaruit brachten zij het op de kaart geschetste spionagenetwerk in beeld. Centraal in Rotterdam stond, aldus de Duitsers, de Engelsman Richard B. Tinsley, bijgenaamd T. De Britten runden hun inlichtingenzaak vanuit het kantoor van de Uranium Steamship Company onder leiding van directeur Tinsley, gevestigd aan de Boompjes nummer 76a.
François van 't Sant , hoofdcommissaris van politie, particulier secretaris van koningin Wilhelmina (Den Helder 11-2-1883 - Rotterdam 3-6-1966). Trad in 1906 in dienst bij de Rotterdamse gemeentepolitie. Hij begon er als schrijver, maar kreeg al na een halfjaar de inspecteursrang - een buitengewone prestatie. In 1910 werd hij belast met de leiding van de rivierpolitie. In deze functie kwam hij in aanraking met het inlichtingenwerk, dat in zijn leven zo'n grote rol zou spelen. In de Eerste Wereldoorlog was de doorvoerhaven Rotterdam een belangrijke operatiebasis, vooral voor de Duitse en Britse inlichtingendiensten. Dat de Nederlandse geheime dienst, de sectie III van de Generale Staf (GS III), in deze activiteiten geïnteresseerd was spreekt vanzelf, terwijl het eveneens logisch was dat GS III een beroep deed op Van 't Sant. Deze slaagde erin, onder meer door het aanwerven van geheime agenten, gegevens boven water te krijgen die voor de Nederlandse, maar vooral voor de Britse inlichtingendienst (waarmee GS III samenwerkte) van groot belang waren. Het lag dan ook in de rede dat Van 't Sants geheime activiteiten voor het overgrote deel door de Britten werden gefinancierd. Om de schijn van neutraliteit op te houden onderhield Van 't Sant ook relaties met de representant van de Duitse inlichtingendienst in Rotterdam.:
BIOGRAFIE VAN SYTZE VAN DER ZEE OVER FRANÇOIS VAN ’T SANT (Den Helder, 11 februari 1883 - Rotterdam, 3 juni 1966) was agent voor het Britse MI5, een Nederlands hoofdcommissaris van politie, hoofd van de Centrale Inlichtingen Dienst en vertrouweling van de koninginnen Wilhelmina en Juliana. Blijkt dat oud-premier Pieter Sjoerds Gerbrandy en een aantal oud-verzetsmensen, onder wie ‘Soldaat van Oranje’ Erik Hazelhoff Roelfzema, een staatsgreep voorbereidden in 1947.
Van Duitse kant mag niet ontbreken de al eerder genoemde Hilmar Dierks, ‘an international spymaster and mystery man’
En om Mata Hari kunnen we al helemaal niet heen. In 1917 maakte een Frans vuurpeloton een einde aan het leven van Margaretha Geertruida Zelle, beter bekend als Mata Hari. Ze is ongetwijfeld de beroemdste, maar zeker niet de enige Nederlandse burger die tijdens de Eerste Wereldoorlog wegens spionage werd geëxecuteerd. Op 30 juli 1915 maakten in de Londense Tower schoten een einde aan het leven van Heicke Janssen en Willem Roos, twee zeelieden/spionnen afkomstig uit Rotterdam. Jansen en Roos zijn ondanks hun executie niet beroemd geworden in onze Vaderlandse geschiedenis.
Ze stierven overigens niet voor koningin en vaderland maar voor keizer en Duitsland, want ze spioneerden voor de Duitsers onder dekmantel van de firma Dierks & Co in Den Haag, in werkelijkheid de Nachrichtung-Abteilung van de Duitse geheime dienst, geleid door Hilmar Dierks.
En Mata Hari? In 1916 probeerde ze tevergeefs een visum te bemachtigen bij het Britse consulaat in Rotterdam. Ze wilde naar Parijs via Engeland. De Britten verdachten haar al van spionage voor de Duitsers. Richard B. Tinsley (1875-1944), wiens naam op de spionnenkaart staat, was directeur van de Uranium Steamship Company in Rotterdam, feitelijk hoofd van de Britse inlichtingendienst alhier (bekend als T). Tinsley had Mata Hari in het vizier als mogelijke spionne nadat hem ter ore was gekomen dat Mata Hari een substantieel bedrag zou hebben ontvangen van de Duitse ambassade in Den Haag. Haar komst naar Engeland werd als ‘onwenselijk’ bestempeld. Mata Hari nam een andere route, een route die eindigde voor een Frans vuurpeloton.
Het Britse Nationaal Archief heeft in totaal meer dan 150 dossiers op internet geplaatst over mensen en organisaties die betrokken waren bij spionage of in de gaten werden gehouden tijdens de Eerste Wereldoorlog. Die begon dit jaar honderd jaar geleden.
Over Mata Hari zijn onder meer foto's te zien van krantenpagina's en andere publicaties over haar arrestatie, veroordeling en executie. Ook zijn brieven en een rapport over een ondervraging te bekijken.
Russische 'bom-bom-aanslag' op de Coolsingel
02 Interbellum 1938. Een tegenstander van het Russische regime is met een bomaanslag op de Coolsingel om het leven gebracht. Het slachtoffer was Yevhen Konovalets, de leider van de anticommunistische Oekraïense Vrijheidsbeweging. Afzender van het explosieve pakket: de hoogste man in het Kremlin.
In een boek van oud-hoofdcommissaris Jan Blaauw over moorden in Rotterdam wordt stilgestaan bij de on-Nederlandse aanslag op de Coolsingel. Het is een verhaal dat vermoedelijk maar weinig Rotterdammers kennen.
Met een enorme explosie werd maandagmiddag 23 mei 1938 een einde gemaakt aan het leven van een man die volgens zijn Duitse paspoort Josef Novac was.
Een vreemdeling meldde zich later voor het slachtoffer. Die zei echter dat het ging om Konovalets, een voorstander van een zelfstandig Oekraïne. Hij wist ook dat ene Waluch uit Oekraïne het vertrouwen had gewonnen van Konovalets en hem ook pakketjes met chocolade en sigaretten gaf. De verklaring van een getuige sloot aan op deze versie.
Jevhen Konovalets (Zasjkiv (bij Lviv), 4 juni 1891 - Rotterdam, 23 mei 1938) was een Oekraïense politicus, legerleider en voorman van de Organisatie van Oekraïense Nationalisten van 1929 tot 1938.
Moordaanslag op Konovalets. Op 23 mei 1938 komt Jevhen Konovalets (1891-1938) bij een bomaanslag in Rotterdam om het leven. Hij is de leider – sinds 1929 - van de Organisatie van Oekraïense Nationalisten, toen een illegale onafhankelijkheidsbeweging in het oosten van Europa die de gewapende strijd niet schuwde. De dader - zo blijkt jaren later - is een agent van de Russische geheime dienst. (Bron: Stadsarchief Rotterdam)
Onderzoek – Wie is het slachtoffer? Doorn in het oog van Stalin Onderzoek – Hoe kwam de bom bij Konovalec? Onderzoek – Waar is de man van de bom?
Foto Stadsarchief Rotterdam
“Ik kwam uit de richting Bijenkorf en ging in de richting Hofplein. Er kwam rechts een man van me staan. In het voorbijgaan zag ik, dat hij in zijn linkerhand een pakje droeg. Toen de man mij gepasseerd was, liep hij opvallend stevig door. Hij scheen gehaast, als iemand die een bepaalde trein wil halen. Even verderop ontplofte het pakje. Ik zag een blauwachtige vlam. Een deel van zijn been kwam voor mijn voeten terecht. Ik heb het opgepakt en netjes bij het lijk gelegd”.
De eerste vraag is: wie is het slachtoffer? In de kleding van de man zit een paspoort uit Tsjechoslowakije. Daarop staat de naam Nowak en een treinkaartje voor een reis van Berlijn naar Rotterdam. Ook zit er een kaartje in van hotel Centraal, aan de Kruiskade.
In de hotelkamer vindt de politie de koffer van de man.
“Uit den grooten koffer van Nowak kwamen een aantal pamfletten met een Russischen tekst tevoorschijn. De Rechter-Commissaris nam een dezer pamfletten over, teneinde die te doen vertalen.”
Bij het hotel vraagt iemand naar Nowak. Medewerkers van het hotel waarschuwen de politie. Het blijkt een Oekraïense vriend te zijn van het slachtoffer. Hij identificeert het slachtoffer als Yevgeni Konovalec, leider van de Oekraïense nationalisten.
“Oekraïne zat onder de knoet van Rusland”, legt Spork uit. “Die nationalisten die streden tegen de Polen en de Russen en andere partijen voor onafhankelijkheid en ze waren de Russische leider Stalin een doorn in het oog.”
Om die reden stuurde Stalin een geheim agent om Konovalec uit de weg te ruimen. De Oekraïner woonde in Rome en werd met een smoes naar Rotterdam gelokt.
GESCHREVEN DOOR Dave Datema
Het is een normale maandagmorgen op de Coolsingel in Rotterdam. Het is kwart over twaalf als schuin tegenover het Stadhuis een dreun klinkt. Een explosie, waarbij een man om het leven komt. Een doos met bonbons wordt hem fataal.Wie is hij en waarom was hij het doelwit? Woensdag is het 80 jaar geleden dat op de Coolsingel Yevgeni Konovalec stierf. Een Oekraïense nationalist die in opdracht van Stalin om het leven werd gebracht.
“In den namiddag van maandag 23 mei 1938 te omstreeks 12.14 uur werd in het gebouw van het hoofdbureau van politie te Rotterdam een zware slag gehoord, als van een of andere ontploffing. In gezelschap van den Commissaris van Politie J.P. Roszbach heb ik, Paul Wilke Schoemaker, Inspecteur van Politie te Rotterdam en onbezoldigd Rijksveldwachter mij onverwijld naar den Coolsingel te Rotterdam begeven, waar, te oordeelen naar de richting uit welke het geluid was gekomen en volgens het zich onmiddellijk verspreide gerucht, een ontploffing had plaatsgehad”
De politie is snel ter plaatse. Dat is op zich niet zo gek, want het politiebureau zit om de hoek. Twee Rotterdammers zijn zwaargewond, twee anderen hebben lichte verwondingen. Maar de man die de bom bij zich had, kan het niet navertellen.
“Van de man waren alleen het hoofd en een deel van de arm bewaard gebleven”, zegt René Spork van het Stadsarchief Rotterdam, die zich in het verhaal heeft verdiept.
“Het is een uitvoerig onderzoek geweest”, zegt Spork. “De politie probeerde op alle manieren de aanslag te reconstrueren”
Er worden getuigen gesproken. Zo spreekt de politie met een Rotterdamse chauffeur, die vlakbij de bom was, toen die explodeerde.
Foto Stadsarchief Rotterdam
Konovalec die overal probeerde financiën en politieke steun te vinden voor zijn zaak, ging via Wenen en Berlijn naar Rotterdam. In de laatste stad had hij een gesprek met een 'vertrouwensman'.
“Konovalec is naar Rotterdam gekomen om een vertrouwensman te ontmoeten, vermoedelijk een uit Oost-Oekraïne. Als hij door een explosie is gedood, vermoed ik, dat de vertrouwensman een verrader was, die hem op een of andere manier een helsche machine in handen heeft gegeven”.
De politie gaat ondertussen bij de Coolsingel door met het onderzoek naar de bom. De agenten komen uit bij Hotel Atlanta, waar Konovalec vlak voor de aanslag nog een afspraak had. Een van de kelners herkent het slachtoffer op de foto.
“De man bestelde mij in gebroken Duitsch een glas sherry, hetgeen ik hem bracht. Even na deze bediening zag ik een andere man binnenkomen door de hoofdingang aan den Coolsingel. Deze tweede man droeg een pakje bij zich, dat hij direct aan het slachtoffer overhandigde. Deze pakte het pakje aan en legde het op de leege stoel, naast zich.”
Tien minuten later loopt Konovalec met het pakje naar buiten. Weer een paar minuten later is de klap te horen.
“Het pakje was een soort geschenk”, zegt Spork. “Waarschijnlijk zaten er zogenaamd chocolaatjes in, een lekkernij.” De aanslag werd om die reden ook wel de Rotterdamse "bom-bom-aanslag genoemd."
De politie heeft al snel het vermoeden dat de professionele aanslagpleger niet rustig in Rotterdam is blijven zitten na de aanslag. “Die vogel was gevlogen”, zegt Spork. “Die was al snel met de trein het land ontvlucht.”
Omdat de politie weet te achterhalen dat hij twee dagen voor de aanslag per schip naar Rotterdam is gekomen, wordt duidelijk dat zijn schuilnaam Waluch is.
Daarna ontvouwt zich een web met internationale spionnen, ondergrondse vrijheidsstrijders, afgeluisterde telefoongesprekken en heel veel schuilnamen. De Rotterdamse politie bezoekt Berlijn en Wenen en heeft contact met Italië en Litouwen. Maar aanhoudingen blijven uit. Op papier wordt de zaak nooit opgelost.Het lichaam van Yevgeni Konovalec heeft Rotterdam nooit verlaten. De overblijfselen worden in Crooswijk ter aarde gesteld.
“En nog zeer regelmatig komen mensen vanuit Oekraïne naar Rotterdam om Konovalec te eren”, zegt Spork. “Voor Oekraïense nationalisten is Konovalec altijd een held gebleven.”
Dat Stalin achter de aanslag zat, daar twijfelde eigenlijk niemand aan. Spork: “Maar het duurde tot halverwege de jaren ’90 voordat het helemaal duidelijk werd. Een voormalig Russisch geheim agent, Soeraplatov – ook de moordenaar van Trotski – schreef toen in zijn memoires dat hij Konovalec in Rotterdam om het leven had gebracht. En daarmee was de zaak eigenlijk opgelost.”
De citaten komen uit het Politierapport over de bomaanslag op E. Konovalec, opgesteld door inspecteurs Paul Wilde Schoemaker en Johannis Pieter Bontenbal van de politie in Rotterdam. Dat rapport is in 2013 vrijgegeven, precies 75 jaar na de aanslag.
Duitsers in het Witte Huis
In het Witte Huis in Rotterdam zit al voor de Eerste Wereldoorlog een kantoor van de Duitse Inlichtingendienst, bij het consulaat-generaal van Duitsland dat daar gevestigd is. Vanuit het Witte Huis worden de spionagenetwerken in Nederland zoals ze op de kaart staan, in beeld gebracht.
Een van de spionnen die vanuit het Witte Huis werken is Hilmar G.J. Dierks (1889-1940). Hij begint zijn loopbaan als beroepsmilitair en wordt al snel na het uitbreken van de oorlog in 1914 ingezet als spion. In december 1914 komt Dierks naar Rotterdam onder de schuilnaam Richard Sanderson. Hij geeft als adres Proveniersstraat 72a op. Verder zegt hij dat hij vertegenwoordiger is van de firma in koloniale waren Tjarks & Lühring.
Hier kunnen we niet heen om de Rotterdamse dubbelspion KingKong, Christiaan Antonius Lindemans, (bekend onder de naam King Kong), dubbelspion (Rotterdam 24-10-1912 - Scheveningen 20-7-1946). Na een mislukte HBS-opleiding behaalde Chris Lindemans in 1929 aan de ambachtsschool het diploma automonteur. Hij groeide op in een welgesteld milieu en kon zich een auto veroorloven en zweefvlieglessen nemen. Sportief van aanleg beoefende hij onder meer de bokssport. Lindemans had de neiging indruk te willen maken en risico's te nemen. Vanwege zijn forse gestalte en bravoureachtige gedrag noemde men hem al in zijn jeugd 'King Kong', naar de reuzegorilla uit de gelijknamige Amerikaanse speelfilm, die toentertijd furore maakte. In 1934 kreeg hij een zo ernstig motorongeluk dat hij aan de gevolgen daarvan een blijvende invaliditeit - een slepend linkerbeen en een gedeeltelijk verlamde linkerarm - overhield.
In 1939 kwam Lindemans in zijn woonplaats Rotterdam in contact met de Britse geheime dienst. Hij werd echter geen agent van betekenis. Tot aan de capitulatie van Nederland hield hij zich voornamelijk bezig met het verzamelen van informatie over scheepsbewegingen in de Rotterdamse haven. Lindemans slaagde er in 1944 gegevens te verzamelen over de aanstaande grote militaire operatie 'Market Garden', het geallieerde plan om met een gecombineerde aanval van luchtlandings- en grondtroepen de bruggen over de Maas (Grave), de Waal (Nijmegen) en de Rijn (Arnhem) te veroveren. Deze operatie zou door hem aan de Duitsers zijn verraden. De Duitse militaire autoriteiten hebben echter zijn informatie niet benut, zodat het 'verraad van Lindemans' zonder enige betekenis is geweest voor het verloop van de slag.
Boek van schrijver Bob de Graaff "Spion in de tuin", over dubbelspion King Kong, alias Christiaan Lindemans (Rotterdam, 24 oktober 1912 – Scheveningen, 18 juli 1946), was een Nederlands dubbelspion ten tijde van de Tweede Wereldoorlog.
Op 16 september was Lindemans in Eindhoven, waar hij zich, na de bevrijding van de stad, bij de Britse inlichtingengroep voegde. Daar heeft hij toen het hoofdkwartier van prins Bernhard verschillende keren bezocht. Ondertussen groeide het wantrouwen jegens 'King Kong', die de held uithing en op de rand van overspanning verkeerde. Zijn arrestatie volgde op 28 oktober 1944. Hij werd voor verhoor overgebracht naar Londen en vandaar, eind november, naar Breda. Ten slotte werd hij, in afwachting van zijn proces, opgesloten in de gevangenis te Scheveningen waar hij in 1946 zelfmoord pleegde.
Eind jaren zestig schreef W.F. Hermans in opdracht van de gemeente Amsterdam het toneelstuk King Kong , dat zo controversieel werd bevonden, dat het pas in 1981, één keer, gespeeld kon worden.
George BEHAR, later BLAKE (11 november 1922 Rotterdam - 26-12-2020 Moskou (leeftijd 98 jaar oud)
04 Koude oorlog
Wellicht minder bekend dan KingKong maar niet minder spectaculair: Meesterspion George Blake.
George BLAKE wordt in 1923 in Rotterdam geboren als George BEHAR en volgt een middelbare schoolopleiding in Egypte. Blijkens het Gezinsblad van de gemeente Rotterdam is zijn vader, Albert William BEHAR op 10-5-1889 in Cairo geboren. Het verschepen van Britse troepen na de 1e WO bracht zijn vader naar Rotterdam, waar hij zijn Nederlandse echtgenote leerde kennen, Zij woonden o.m. op de Botersloot, de Spangensekade en de Leuvehaven. George verblijft gedurende zijn middelbare schooltijd in Cairo bij familie van zijn vader. Zijn neven waren communist en hebben hem mogelijk beïnvloed/politiek bewust gemaakt. Terug in Rotterdam verblijft George bij zijn grootmoeder aan het Burgemeester Meineszplein. Hij maakt het bombardement op Rotterdam in 1940 mee, wordt koerier bij de verzetsgroep rond de illegale krant Vrij Nederland en vlucht in 1943 via Frankrijk en Spanje naar Londen. Daar meldt hij zich aan bij de Britse geheime dienst George Blake wordt in 1945 gestationeerd in Den Haag. Na een jaar van feesten wordt hij overgeplaatst naar Duitsland, waar hij eerst revanchistische officieren moet opsporen. Vervolgens krijgt hij als opdracht om in de DDR spionnen voor de Britse geheime dienst te rekruteren. Hij wordt naar Engeland teruggeroepen, waar hij Russisch leert. In 1948 wordt hij overgeplaatst naar Korea, waar hij een station opricht, een illegale centrale.George Blake wordt gevangen genomen door Noord-Koreaanse troepen, als hij in Korea voor de Britten spioneert. Hij kiest voor het communisme en biedt zijn diensten aan de Russische geheime dienst KGB aan. In 1953 wordt hij door de Koreanen vrijgelaten. Blake wordt nu door de Britse geheime dienst in Berlijn gestationeerd, vanwaar hij waardevolle informatie aan de KGB doorspeelt. In 1961 wordt hij door de Britten gearresteerd en tot 42 jaar gevangenis veroordeeld.Na vijf jaar uitgezeten te hebben in de Britse Wormwood Scrubs gevangenis,weet hij te ontsnappen.
Na een spannende tocht in een camper neemt hij de wijk naar Oost-Berlijn (DDR). De KGB verleent hem onderdak in Moskou, waar hij blijft wonen.
De Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) was volgens de woordvoerder van het ministerie van meet af aan van de spionageactiviteiten op de hoogte. De ministers van binnen- en buitenlandse zaken in de kabinetten Den Uyl, Van Agt en Lubbers werden door de BVD op de hoogte gehouden. Bovengemiddeld boeiend is het relaas van Beatrice de Graaf over een Stasi-spion in Rotterdam.
British spy George Blake with his mother (Catharine Geertrui BEIJDERWELLEN, 15-10-1895 Rotteram) upon his return from Korea in 1953. Taken prisoner by the Korean People's Army during the Korean War, Blake had been recruited by the KGB. (Photo by Central Press/Hulton Archive/Getty Images)
George Blake living in retirement outside Moscow, 90 years old (Photo by the Press office of Russia’s Foreign Intelligence Service)
Bevolkingsregistratie, Gezinskaarten. Geregistreerde: Albert William Behar & Catharina Geertrui Beijderwellen. Toegangsnummer: 494-03 Archief van de Gemeentesecretarie Rotterdam, afdeling Bevolking: bevolkingsboekhouding van Rotterdam en geannexeerde gemeenten. Inventarisnummer:
Stasi spion in Rotterdam
Generaties lang gingen Rotterdamse jonge paren op zoek naar servies en tafellinnen naar warenhuis Jungerhans aan de Binnenweg, een landmark in de stad. Uitgerekend deze degelijke zaak vol Wedgwood was van begin 1983 tot februari 1986 de geheime ontmoetingsplek van een officier van het Ministerium für Staatssicherheit en zijn informant, een 27-jarige Nederlandse student.
De student, Joeri, kwam uit een klassiek rood nest uit Hoek van Holland. Zijn vader was havenarbeider en lid van de Communistische Partij Nederland (CPN). Joeri was begonnen met een studie filosofie, maar zette zich liever in binnen de partij. Hij werd lid van het Horizontaal Overleg Communisten, een groep orthodoxen die zich verzetten tegen vernieuwende impulsen binnen de partij, zoals het feminisme.
In juli 1982 nam Joeri als lid van het Algemeen Nederlands Jeugd Verbond (ANJV), de jongerenbeweging van de CPN, deel aan een zomercursus van de Freie Deutsche Jugend in de DDR.
Daar werd nog de ouderwetse, echte ideologie onderwezen waar hij voor stond. Tijdens die cursus leerde hij een student Nederlands uit Oost-Berlijn kennen, met wie hij een briefwisseling begon. Joeri bezocht zijn nieuwe vriend twee keer in de DDR: met Oud en Nieuw in 1982 en in de zomer van 1983.
Achteraf gezien waren deze ontmoetingen reeds pogingen van het Ministerium für Staatssicherheit (de Stasi) om westerse spionnen te rekruteren.
Van kort voor de val (november) van de Berlijnse Muur dateert deze affaire (23 oktober 1989).
ROTTERDAM, een landmark in de stad. Uitgerekend deze degelijke zaak vol Wedgwood was van begin 1983 tot februari 1986 de geheime ontmoetingsplek van een officier van het Ministerium für Staatssicherheit (Stasi) en zijn informant, een 27-jarige Nederlandse student (Bron: Historisch Nieuwsblad)
05 Recente affaires
‘Spion voor neonazi's loopt in en uit op stadhuis Rotterdam’, aldus dagblad Trouw dd 26-11-1997:
Van een onzer verslaggevers ROTTERDAM -
De regionale inlichtingendienst (RID), onderdeel van de Binnenlandse veiligheidsdienst, heeft na onderzoek van enkele weken een man opgespoord die in het stadhuis van Rotterdam mogelijk heeft gefungeerd als spion voor neonazi's. De man, die als oproepkracht regelmatig als wagenbegeleider bij het openbaar vervoerbedrijf RET werkt, heeft meermalen kans gezien om, in burger of vermomd als ober, door te dringen tot recepties en feestjes op het stadhuis. Aangezien zijn gedrag nooit tot argwaan onder het personeel leidde, had hij vrij toegang tot vrijwel iedere kamer in het stadhuis.
Of hij zich, al dan niet in opdracht van extreem-rechts, actief met infiltratie-activiteiten heeft beziggehouden, is voor de RID, ondanks vermoedens, nog onduidelijk. Om dit nader te onderzoeken moet burgemeester Peper daarvoor eerst aangifte doen. Pas wanneer dit het geval is, kan de man worden gehoord. De RID kwam de man op het spoor na een bijeenkomst van zeventig Nederlandse en Duitse neo-nazi's, op 8 november in een kerkzaal in Rotterdam-Zuid.
Op verzoek van de Duitse autoriteiten heeft de politie het huis van het toenmalige ROTTERDAMSE CP'86- gemeenteraadslid Martijn FRELING doorzocht. Zij verdenken FRELING van contacten met verboden extreem-rechtse organisaties in dat land en het verspreiden van racistische lectuur. FRELING, die tevens lid was van het hoofdbestuur van CP'86, was tijdens de huiszoeking niet aanwezig (Bron: Trouw, dd 17-5-1995)
De 'spion', hier zittend naast prinses Máxima.Het Bureau Interne Zaken van de politie ROTTERDAM heeft onderzoek gedaan naar de brigadier dat heeft aangetoond dat er sprake is van 'ernstig plichtverzuim’. Dat heeft geleid tot strafontslag. Het Openbaar Ministerie heeft geen vervolging ingesteld.(Bron: Elsevier.nl dd 15-9-2008)
Brigadier van Marokkaanse afkomst spioneert voor Marokkaanse geheime dienst
16 September 2008 Politie Rotterdam ontslaat spion. De politie Rotterdam-Rijnmond heeft een brigadier ontslagen die spioneerde voor de Marokkaanse geheime dienst. Dat heeft het actualiteitenprogramma NOVA gemeld. De man stond goed bekend bij het korps.
De AIVD waarschuwde na onderzoek de politie van Rotterdam. Die heeft hem na een eigen onderzoek ontslagen wegens "ernstig plichtsverzuim". Het OM zal de brigadier niet vervolgen omdat het daar te weinig aanknopingspunten voor heeft.
De spionage kwam aan het licht doordat de AIVD dit voorjaar een tip kreeg over de man. Hij zou politie-informatie aan de geheime dienst in Marokko doorgeven.
06 Inlichtingendiensten, de digitale wereld, big brother?
Nu.nl meldde dd 15 november 2010:
Dreiging digitale spionage neemt toe.
ROTTERDAM - De dreiging van digitale spionage in Nederland neemt toe. Deze vorm van spionage wordt gebruikt om gevoelige informatie op economisch, politiek en militair gebied te verkrijgen. Ook is vorig jaar weer een groot aantal kwetsbaarheden in software ontdekt, waardoor Nederland kwetsbaar blijft voor digitaal misbruik.
Dit zijn de belangrijkste conclusies in het eerste Nationale Trendrapport Cybercrime en Digitale Veiligheid, dat maandag is uitgekomen. Hierin hebben verschillende opsporings- en inlichtingendiensten voor het eerst een gezamenlijk beeld neergezet van cybercrime en digitale veiligheid.
Bob de Graaff is een van de weinige serieuze experts op het gebied van de Nederlandse inlichtingen-en veiligheidsdiensten. De historicus schreef onder andere in 1998 met politicoloog Cees Wiebes het standaardwerk Villa Maarheeze,. Lees hier meer over het boek Villa Maarheeze de geschiedenis van de beruchte Inlichtingendienst Buitenland. In dat boek onthulden de auteurs onder andere een plan van de Nederlandse regering om in 1986 militair in te grijpen in het Suriname van legerleider Bouterse. Ook bleek uit hun onderzoek dat de voorloper van de Amerikaanse National Security Agency (NSA) al vanaf 1943 diplomatiek verkeer van de Nederlandse regering onderschepte.
De hoogleraar heeft de afgelopen jaren felle kritiek geuit op de uitbreiding van de bevoegdheden van de nationale en internationale diensten, waarbij hij woorden als 'controlestaat' niet schuwde.
Een kenner dus, een insider. Met goede contacten bij de diensten waar hij onderzoek naar doet. Hij is mede-oprichter van de Netherlands Intelligence
Studies Association (NISA De site van NISA ), een club die bestaat uit onderzoekers en (ex-) medewerkers van de Nederlandse inlichtingendiensten, met als doel het debat over inlichtingen- en veiligheidskwesties naar een hoger plan te tillen.
Villa Maarheeze is een rijksmonumentale villa in Wassenaar.
Van 1946 tot 1994 was hier het hoofdkwartier gevestigd van de Inlichtingendienst Buitenland (IDB), tot 1972 bekend onder de naam Buitenlandse Inlichtingendienst/BID), die na heftige interne twisten werd opgeheven.[1] Over de geschiedenis van deze organisatie verscheen Villa Maarheeze, een boek van Cees Wiebes en Bob de Graaff. (7)
Cyberspionage Digitale spionage vormt een serieuze bedreiging voor de nationale veiligheid. Nederland is met zijn open samenleving en zijn grote technische en wetenschappelijke kennis en economische positie een aantrekkelijk doelwit voor spionage. Ook het lidmaatschap van de EU, de NAVO en de VN draagt daaraan bij. Het stiekem of onder valse voorwendselen verwerven van informatie door andere landen vormt een bedreiging voor de nationale veiligheid. Er wordt hierbij steeds meer gebruik gemaakt van digitale middelen. Onderzoek hiernaar is een taak van de AIVD. Uit AIVD-onderzoek blijkt dat buitenlandse overheden op heimelijke wijze proberen gevoelige politieke, militaire, technisch-wetenschappelijke en economische informatie in Nederland te verzamelen. Ook worden digitale middelen ingezet om dissidenten en oppositionele groeperingen te monitoren.(Bron: Rijksoverheid.nl)
Collegedagen 2014
Ook in 2014 bood Historisch Nieuwsblad weer een aantal inspirerende collegedagen aan. De collegedagen boden een unieke gelegenheid om in korte tijd op de hoogtete raken van de nieuwste inzichten rond een historischonderwerp. Geheime diensten en spionage. Deze collegedag vond plaats op 24 oktober 2014 Hoogleraar inlichtingen- en veiligheidsstudies Bob de Graaff begon de dag met een historisch overzicht van de opkomst van inlichtingenorganisaties tot nu. Historicus Constant Hijzen vervolgde met een college over de institutionalisering van inlichtingendiensten in de eerste helft van de twintigste eeuw, en Ruslandkenner Ben de Jong liet vervolgens zien hoe de KGB te werk ging tijdens de Koude Oorlog. Hoogleraar conflict en veiligheid Beatrice de Graaf besloot de dag met een lezing over terrorisme, de Stasi en de bestrijding van spionage.
Maak jouw eigen website met JouwWeb