bezoekers sinds 30 december 2021


Voetnoten:

(1) Informatie van geschiedschrijver ID Rotterdam over een periode van ca. 1900 tot 1963.

(2) informatie van de auteur van deze website.

(3) Informatie van de historicus Edwin Ruis uit het in  2012 uitgegeven boek dat als titel draagt ‘ Spionnennest 1914 – 1918’ –Spionage vanuit Nederland, in Nederland, Duitsland en Engeland. Edwin Ruis MA is zelfstandig historicus. Hij wordt vooral geboeid door obscure geschiedenisverhalen. Tot op heden verschenen er van hem twee boeken: Spionnennest 1914-1918 over de rol van Rotterdam als het grootste spionagecentrum van de Eerste Wereldoorlog en Vechtmissie over Nederlands eerste internationale ‘vredesmissie’ in Albanië 1914. In verband met zijn eerste boek geeft hij regelmatig wandellezingen in Rotterdam.

(4) Prof.dr. Cyrille Fijnaut 'Voorproeve van een geschiedenis van de Nederlandse politie' ontleend aan Cyrille Fijnaut: 'Opdat de macht een toevlucht zij?',een historische studie van het politieapparaat als een politieke instelling", Antwerpen-Arnhem, 1979. Cyrille Fijnaut (Heerlen, 31 augustus 1946) is een Nederlandse criminoloog en hoogleraar rechtsvergelijking (sinds 2001) aan de Universiteit van Tilburg. Tevens is hij hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven.

(5)  Spionnen aan de Heemraadssingel.nl (vanuit meerdere bronnen)

(6) 'GS III - GS IIIA 1920 - 1940', en 'G.S. III - DIENST VOOR HET BINNENLAND',  (meerdere bronnen / auteurs). In een aflevering van "De Militaire Spectator" (jaargang 1921, pag. 397 - 408) verscheen, van de hand van H.A.C. Fabius, ritmeester bij het 1e Regiment Huzaren, een artikel, getiteld "De Inlichtingendienst bij den Generalen Staf". Dit artikel is geheel gebaseerd op de door Fabius tijdens de mobilisatie 1914 - 1918 opgedane ervaringen bij die dienst.
In de "Bedragen voor Vaderlandsche Geschiedenis en Oudheidkunde", deel VII, aflevering 3/4, verschenen in 1937, gaf dezelfde auteur, toen luitenant-generaal b.d., onder de titel "De Inlichtingendienst van den Generalen Staf" ("Het z.g. bureau G.S. III"), blijkens de ondertitel ‘herinneringen uit de mobilisatiejaren 1914 – 1919’.

(7) Wikipedia

(8).Dr.Frank van Riet promoveerde eerder op de oorlogsgeschiedenis van het Rotterdamse Politiekorps. Een indrukwekkend boek kwam daar uit voort. 'Handhaven onder de nieuwe orde" De politieke geschiedenis van de Rotterdamse politie tijdens de Tweede Wereldoorlog; uitg. Aprilis, 2008; ISBN 978 90 5994 193 9; 816 blz..€39,=.

(9) Bob Hoogenboom, onderzoek 'Spelers op zoek naar regels en scheidsrechters'. Prof.dr. Bob Hoogenboom is hoogleraar Forensic Business Studies aan Nyenrode Business Universiteit en bijzonder hoogleraar Politiestudies en Veiligheidsvraagstukken aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Tevens is hij als docent verbonden aan de Politieacademie en adviseur voor de Nationale Politie. Hij is geïnteresseerd in alles wat samenhangt met witteboordencriminaliteit, in de (on)mogelijkheden van regulering en de rol van politie en justitie op dit gebied.

(10) Archief ID Rotterdam.

(11) DE ABWEHR IN NEDERLAND (1936-1945)

Onvoltooid manuscript Frans Kluiters, 2006  (1951 - 2009)

Bewerking Etienne Verhoeyen, 2016

"Het bestuur van de NISA is Etienne Verhoeyen zeer dankbaar voor het uitwerken van het" onvoltooide "boek van Frans Kluiters over de Duitse Abwehr in Nederland tussen 1936 en 1945. Via de NISA website is deze rijke erfenis van Frans Kluiters nu ook voor een ras publiek toegankelijk. "

Namens het Dagelijks Bestuur van de NISA,
Michael Kowalski
Voorzitter NISA

(12) r i j k s a r c h i e f d i e n s t  p i v o t

Rijksarchiefdienst / pivot

De Rijksarchiefdienst is een agentschap van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap dat belast is met de praktische uitvoering van de Archiefwet op landelijk en provinciaal niveau.

De Rijksarchiefdienst werd op 1 mei 1968 ingesteld als gevolg van de invoering van de nieuwe Archiefwet 1962. Het was een bundeling van de elf reeds lang bestaande Rijksarchieven in de provincie en het Algemeen Rijksarchief in Den Haag. Aan het hoofd stond een Centrale Directie geleid door de Algemene Rijksarchivaris, die tevens directeur was van het Algemeen Rijksarchief. In 1986 werd de dienst uitgebreid met het Rijksarchief in Flevoland.

Nadat tussen 1998 en 2005 de Rijksarchieven met één of meerdere andere culturele instellingen in de betreffende provincie waren gefuseerd en verzelfstandigd tot diensten die in algemene zin als Regionaal Historisch Centrum (RHC) worden aangeduid en het Algemeen Rijksarchief was verzelfstandigd tot Nationaal Archief, kreeg de Rijksarchiefdienst steeds meer de functie van schakel tussen het ministerie en de verzelfstandigde diensten in de provincies, waarin het Rijk nog wel voor een belangrijk maar per provincie wisselend aandeel deelneemt. (7)

(13) Stadsarchief Rotterdam

(14)Dr. Albert Willem Oosthoek (1964)

Ervaren onderzoeker op gebied van onderwijs, educatie, tentoonstellingen en contemporain historisch onderzoek. Vertrouwd met PR, communicatie en voorlichting. Auteur van boeken en artikelen over de Tweede Wereldoorlog. Universitaire opleiding geschiedenis met hoofdvak Nieuwste Geschiedenis en specialisatie Archiefwetenschappen. Onderwijsbevoegdheid. Promotie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam (Erasmus School of History, Culture and Communication; Department of History) op 1 mei 2015. Titel proefschrift: "Nieuw licht op liquidaties. Knokploegen in Rotterdam 1944-1945", geboren te Rotterdam

 

Nieuw licht op liquidaties. Knokploegen in Rotterdam 1944-1945

New insight into liquidations. Fighting units in Rotterdam 1944-1945

Proefschrift

ter verkrijging van de graad van doctor aan de Erasmus Universiteit Rotterdam op gezag van de rector magnificus Prof.dr. H.A.P. Polsen volgens besluit van het College voor Promoties.

De openbare verdediging zal plaatsvinden op vrijdag 1 mei 2015 om 11.30 uur door Albert Willem Oosthoek,geboren te Rotterdam

 

Een zwarte bladzijde uit de geschiedenis van de Inlichtingendienst Rotterdam, (Groep 10 | Fahndungskommando)

Inleiding

In het laatste jaar van de oorlog ging er in Rotterdam bijna geen week voorbij zonder dat er door het verzet een of meerdere aanslagen werden gepleegd. Voor 1944 waren de aanslagen incidenteel en vooral gericht op collaborerende politieagenten, de leden van Groep 10.

Soms bleef het bij een voornemen om iemand te liquideren. Op de geweten-

loze V-Mann Anton van der Waals, die zich bediende van verscheidene valse identiteiten, werd door de Rotterdamse politiemannen Jan van den Ende en Leendert Ridderikhoff een aanslag beraamd. De jonge rechercheur Van den Ende kreeg hier- toe de opdracht van de Inlichtingendienst van de Ordedienst, waartoe hij behoorde. Het plan werd echter voortijdig verraden en beide mannen werden op de dag dat zij de aanslag wilden plegen, 7 augustus 1941, gearresteerd door de Sipo en enkele leden van Groep 10. Er zouden nog meer pogingen volgen om deze provocateur te liquideren. Zo trachtte Pieter Stenstra, een KP’er en actief bij de verspreiding van illegale bladen, samen met Sam Esmeijer in 1944 een aanslag op Van der Waals te plegen, maar zonder resultaat. Van der Waals wist zijn verraderswerk tot aan de be- vrijding voort te zetten. Door zijn toedoen werden ten minste tachtig verzetslieden gearresteerd.

Van het gewapende verzet in Nederland waren bij de uitvoering van liquidaties door de LKP-Rotterdam in 1944 en 1945 een aantal aspecten die opvallen, namelijk een namenlijst van personen die voor liquidatie in aanmerking kwamen, de verhoren die in een aantal gevallen werden afgenomen en het grote aantal uitgevoerde moordaanslagen.

Leo van der Bijl die in Zand over acht (1988) openheid van zaken gaf over de in het laatste oorlogsjaar uitgevoerde liquidaties in Voorschoten en directe omgeving, kreeg in dat opzicht geen navolging in Rotterdam. Wel zijn in verscheidene publicaties cijfers gegeven van het aantal geliquideerden. De Jong geeft in deel 10b van Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog, dat in 1981 verscheen, slechts enkele cijfers van in Nederland uitgevoerde liquidaties. De schaarse gegevens betref- fen Groningen, Friesland, Amsterdam en Rotterdam waar respectievelijk 5, 10, 28 en circa 80 liquidaties werden voltrokken. Volgens Het Grote Gebod (1951), waar

De Jong zijn gegevens mede aan ontleende, zijn door de LKP-Rotterdam iets minder dan 80 personen geliquideerd. De Jong verwijst naar een door de LKP-Rotterdam opgestelde bewaard gebleven (onvolledige) lijst met namen waarin 132 voor liquidatie in aanmerking komende personen zijn vermeld. Reden voor de opdracht tot liquidatie was: verraad, oplichting, wangedrag, roof, het lidmaatschap van de NSB of Landwacht en het aannemen van werk van de Wehrmacht. In enkele gevallen is geen reden tot liquidatie aangegeven. Ook werden enkele opdrachten ingetrokken of opgeschort. In 51 gevallen had de uitvoering van de liquidatie tot het beoogde doel geleid.

In Rotterdam in de Tweede Wereldoorlog stelt Van der Pauw dat er door de LKP-

Rotterdam of in haar opdracht vanaf januari 1944 tot aan de bevrijding circa honderd aanslagen zijn uitgevoerd, met in circa tachtig gevallen een dodelijke afloop.

Hij noemt wel aantallen maar geen of nauwelijks namen van slachtoffers. Over de motieven, de rechtvaardiging, de uitvoering, de excessen en de gemaakte fouten (on- schuldige slachtoffers) is weinig bekend geworden. De wijze waarop mensen omgekomen zijn, is in veel gevallen ook onvermeld gebleven.

 

(Bron: Trouw, dd 22 april 2015, 14:51)

'Leden Rotterdams verzet gingen de fout in'

Het kunstwerk De Schaduw van kunstenaar Onno Poiesz voor het OorlogsVerzetsMuseum in Rotterdam. Beeld anp

Leden van het Rotterdams gewapend verzet hebben zich in het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog als misdadigers gedragen. Zelfs na de bevrijding vonden moorden plaats waarvan het motief omstreden was. Ook beslissingen die werden genomen konden moreel gezien niet door de beugel.

22 april 2015, 14:51

Tot die conclusie komt Albert Oosthoek in zijn proefschrift 'Nieuw licht op liquidaties. Knokploegen in Rotterdam 1944-1945'. Hij promoveert vrijdag 1 mei op zijn onderzoek aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. 'Veel liquidaties waren in het algemeen niet nuttig en leverden niet het beoogde resultaat op - het redden van mensenlevens. De liquidaties hebben de bezetters, gezien de bloedige represailles die er op volgden, op scherp gezet'', aldus Oosthoek.

Liquidaties contraproductief
Publicaties over het Rotterdamse gewapende verzet gaven tot nu toe een veel te positief beeld. De verzetsorganisatie Landelijke Knokploegen (LKP) voerde liquidaties uit die niet of nauwelijks te verantwoorden waren, constateert Oosthoek. In Nederland werden tijdens de oorlog naar schatting vijfhonderd personen door het verzet geliquideerd. In Rotterdam vonden ongeveer honderd liquidaties plaats.

Voor zijn promotie interviewde Oosthoek 46 personen, raadpleegde hij niet eerder gebruikte archieven en deed hij uitgebreid literatuuronderzoek. Met zijn publicatie corrigeert hij de al te kleurrijke werkzaamheden van het bonafide gewapend verzet. 'De liquidaties werkten in feite contraproductief vanwege de meedogenloze represaillemaatregelen van de bezetter, die weer verlammend werkten op de bevolking.''

Doofpot
De LKP voerde een meedogenloze guerrillastrijd met de bezetter. De liquidaties bleven lange tijd geheim. 'De betrokken verzetsmensen hadden onderling afgesproken om over liquidaties te zwijgen. Deze 'richtlijn doofpot' is door hen een leven lang in acht genomen', aldus Oosthoek.

*****************************************************************************************************

  

Auteur: Albert Oosthoek

  • Nederlands 
  • Paperback 
  • 9789461533012 
  • Druk: 1 
  • april 2015 
  • 444 pagina's