Christiaan 'King Kong'Lindemans
Christiaan 'King Kong'Lindemans
Chris Lindemans dubbelspion
(Bron: dedokwerker.nl/lindemans_kingkong)
Chris Lindemans was een dubbelspion, dat staat vast. Maar in een Engels document over Nederlands dubbelspionnen vind ik de naam van Lindemans terug met daarbij de vermelding dat zijn bijnaam 'klapsigaar' zou zijn. Een tweede naam naast Christiaan Lindemans zou Christiaan Brand zijn geweest. Al zoekende op die naam in combinatie met enkele feiten kwam ik uit bij een verzetsstrrijdster uit België, Maria de Meersman. In de zomer van 1944 komt zij erachter dat er in Brussel een dubbelspion is die veel informatie overbrieft aan de Duitsers.
Zij meldt dit, maar de spion wordt niet ontmaskerd, De Meersman voelt zich niet meer veilig en ontvlucht het land. Na de oorlog komt zij er pas achter dat Brand dezelfde spion is als Lindemans die Operatie Market Garden zou hebben verraden.
Wat ging hier mis?
De Meersman begrijpt niet dat zij niet geloofd werd, maar dat was niet zozeer de kwestie, wellicht vermoedden de Britten wel dat er een mol was, maar daarbij dachten ze niet aan Brand. Als de link Brand - Lindemans was gelegd, was een en ander ongetwijfeld anders gelopen.
Lange tijd werd er gewtijfeld aan de woorden van De Meersman, sterker nog, ze werd verguisd. Pas in 2006 kreeg zij volledig eerherstel en werd zij meermaals onderscheiden. Begin 2015 overleed zij op 94-jarige leeftijd. Zij publiceerde enkele boeken na meer dan vijftig jaar haar mond te hebben gehouden.
Veel roddel en achterklap? Kan best zijn. Maar het laat voortdurend ruimte voor vragen, er komt nooit een ondubbelzinng antwoord op de vraag: hoe kon het dat de slag om Arnhem zo lang duurde?
PRINS BERNHARD, KAPITEIN WESTERLING EN KING KONG.
19 OKTOBER 2015 GERARD DE BOER
(Bron:gerard1945.wordpress.com/2015/10/19/prins-bernhard-kapitein-westerling-en-king-kong/)
Op 23 oktober 1944 wordt Raymond Westerling, de latere commandant van het Korps Speciale Troepen in Nederlands-Indië, als sergeant ingelijfd bij de staf van prins Bernhard in het inmiddels bevrijde België, waar hij samen met sergeant Dicky Bendien belast zal worden met het recruteren en trainen van commando’s.
Op 23 oktober 1944 wordt Raymond Westerling, de latere commandant van het Korps Speciale Troepen in Nederlands-Indië, als sergeant ingelijfd bij de staf van prins Bernhard in het inmiddels bevrijde België, waar hij samen met sergeant Dicky Bendien belast zal worden met het recruteren en trainen van commando’s.
Als Westerling zich dezelfde dag op het hoofdkwartier van prins Bernhard meldt, wordt hij door de Prins voorgesteld aan Christiaan Lindemans, alias King Kong, die later de geschiedenis in zal gaan als dubbelspion en de ‘Verrader van Arnhem’. Twee dagen later, op 25 oktober 1944, gaan Westerling, Bendien en Lindemans naar Noord-Frankrijk om daar de verjaardag van Lindemans te vieren, die de dag daarvoor 32 jaar was geworden. In Lille bezoekt het gezelschap een bordeel, maar als Lindemans zich daar met een Franse dame heeft afgezonderd, neemt Westerling – die Lindemans niet helemaal vertrouwt – een kijkje in diens aktetas. Westerlings wantrouwen wordt bevestigd als hij in de tas een zwarte agenda aantreft met Duitse aantekeningen in code.
Westerling: “Kort hierna zijn Bendien en ik naar de Prins gestapt en hebben onze verdenkingen uitgesproken. Hoewel de Prins de neiging had om kwaad op ons te worden, luisterde hij aandachtig. ‘Blijf hem in de gaten houden’, was alles wat hij zei”. (Informatie van kapitein Westerling in 1984.)
Eén van degenen die Lindemans ook niet vertrouwde was de Britse inlichtingenofficier captain Peter Baker. Begin september 1944 had hij al aan prins Bernhard een overtuigend bewijs gevraagd naar de betrouwbaarheid van Lindemans. De Prins zond Baker echter een kort briefje met de woorden: ‘King Kong is all right’. Hier ging Baker uiteraard niet mee akkoord en wilde dat de Prins een antecedentenonderzoek naar Lindemans deed. Maar dat werd grof van de hand gewezen. Baker zal later in 1955 in zijn oorlogsmemoires ‘My Testament’ dan ook schrijven: “Three times I referred his credentials back to Prince Bernhard. The third time I was rudly told to stop doubting the loyalty of one of Queen Wilhelmina’s most gallant fighters”.
Bernhard bleef Wilhelmina’s meest dappere strijder dus vertrouwen. Er was zelfs sprake van gevoelens van vriendschap voor de dubbelspion. Frits Philips schreef in zijn memoires dat Lindemans tijdens het eten bij de Bernhard aan tafel zat en volgens kolonel Th.A. Boeree zat hij zelfs op het bed van de Prins als deze zich stond te scheren.
Ondanks de vele waarschuwingen die de Bernhard te horen kreeg, bleef Lindemans opdrachten voor hem uitvoeren.
Zelfs na de mislukte geallieerde luchtlanding in Arnhem op 17 september 1944 kreeg hij van de Prins op 22 september 1944 een opdracht om naar Eindhoven te gaan, wat ook nog eens bewezen kan worden met een briefje van Bernhards adjudant Kas de Graaf, waarin te lezen staat: ‘Houder dezes, Lindemans Christiaan Anthonius, geb. 24 oktober 1912 te Rotterdam, meldt zich met een aantal Nederlandse verzetslieden (gewapend), die lange tijd illegaal en actief in België gewerkt hebben en waarvoor hij persoonlijk instaat te Eindhoven bij den Majoor van Houten in opdracht van ZKH Prins Bernhard der Nederlanden. Voornoemde Lindemans commandeert de groep en kan in het actieve verzetsverband worden opgenomen. Hoofdkwartier ZKH Prins Bernhard – De res. Kapitein K. de Graaf’.
Uiteindelijk wordt Lindemans op 28 oktober 1944 door de Britse Secret Service gearresteerd op Chateau Wittouck, het hoofdkwartier van prins Bernhard in het Belgische Vilvoorde.
Tot slot kan nog gemeld worden dat Westerling zich vanwege zijn eed niet wilde uitlaten over de missies die Lindemans, in opdracht van prins Bernhard, dwars door de linies naar het door de Duitsers bezette Nederlands gebied maakte. Westerling: “Waar die missies betrekking op hadden? Daar laat ik mij liever niet over uit. Zie het maar als een soort erecode. In elk geval ben ik ervan overtuigd dat de zaak-King Kong in een pot zit waarvan de deksel nooit opengaat. De link met de Prins, hè”. (Informatie van kapitein Westerling in 1984.)
(Bron:resources.huygens.knaw.nl/bwn/BWN/lemmata/bwn4/lindemans)
Het verhaal deed de ronde dat Lindemans niet zou zijn gestorven, maar in 1946, met behulp van de een of andere geheime dienst naar Zuid-Amerika zou zijn uitgeweken.
Ten einde aan alle geruchten een einde te maken, gaf de burgemeester van ROTTERDAM toestemming het stoffelijk overschot van 'King Kong' op de Algemene Begraafplaats 'Crooswijk' te ROTTERDAM op te graven en te identificeren. Deze exhumatie vond plaats op 17 juni 1986. (Door de Inlichtingendienst ROTTERDAM is uitgebreid vooronderzoek gedaan alvorens de exhumatie plaats vond) Vastgesteld werd dat de opgegraven lichaamsresten inderdaad als die van Lindemans konden worden herkend, dat anatomisch aan het skelet geen doodsoorzaak aanwijsbaar was, en dat er onvoldoende argumenten waren om een arsenicumvergiftiging aan te tonen. Alles scheen er dus op te wijzen dat Lindemans inderdaad zelfmoord had gepleegd.
Lindemans zat in het verzet, maar liep over naar de Duitse bezetter. Op dat moment was hij actief in het verzet in Brussel. In september 1944 werd hij door de Engelse inlichtingendiensten, die hem nog vertrouwden, in vijandelijk gebied gezonden om het Nederlandse verzet op de hoogte te brengen van de aankomende Operatie Market Garden. Na in de nacht van 14 op 15 september door de linies te zijn gegaan, meldde hij zich bij het Nederlandse hoofdkwartier van de Abwehr in Driebergen en bracht daar verslag uit van zijn bevindingen. De plaats die hij noemde als Geallieerd aanvalsdoel, was - volgens in 2000 gedeclasseerde MI5-archieven - Eindhoven, niet Arnhem.[2] De Duitse militaire autoriteiten hebben ook deze incomplete informatie niet benut, zodat het 'verraad van Lindemans' zonder enige betekenis is geweest voor het verloop van de slag.
(Voor)onderzoek exhumatie Chris Lindemans @ King Kong
Johannes Albertus Blaauw, roepnaam Bertus, alias Jan, (2-4-1928 Borger), beroepen: publicist, hoofdcommissaris van politie
(Bron: Memoires van een oud-hoofdcommissaris van politie J.A. Blaauw)
Enige fragmenten:
Burgemeester A. Peper van Rotterdam heeft uiteindelijk besloten het graf van Christiaan Lindemans (alias King Kong) te laten openen. Met de leiding van dat onderzoek werd commissaris Henk Jansen belast. Hij verzocht hoofdinspecteur Hans van Klinken en de rechercheurs Rob Blom en Ed de Gast van de Algemene en Politieke Inlichtingendienst ( AID/ PID ) vooraf nader onderzoek te doen.
Aanleiding
De aanleiding tot dit onderzoek is als volgt ontstaan.
Nadat Algemene Bestuurszaken van het Rotterdamse Stadhuis door gemeentesecretaris mr. N. van Eck en mr. R.J. Hollander een intensieve voorstudie hadden uitgevoerd, heeft dit op 3 maart 1986 geresulteerd in een gemeentelijk persbericht dat Burgemeester dr. A. Peper van Rotterdam heeft besloten het graf van Christiaan Lindemans (alias King Kong) te laten openen. Bij zijn overwegingen heeft de burgemeester - naast het daartoe gedane verzoek van mevr. Thöne - laten meewegen, een week daarvoor ontvangen brief van de directeur van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie (RIOD), drs. A.N. Paape en een telegram van dr. L. de Jong.
Beiden drongen erop aan, met verwijzing naar het maatschappelijk, juridisch en wetenschappelijk belang, het graf te laten openen. Vanaf dat moment kwam ook de Rotterdamse politie In beeld. Burgemeester Peper verzocht Jan A. Blaauw als waarnemend Korpschef (wnd KC) het nodige onderzoek te laten doen naar de mogelijkheden tot identificatie van de stoffelijke resten van King Kong.
Met de leiding van dat onderzoek werd commissaris Henk Jansen.belast die op zijn beurt hoofdinspecteur Hans van Klinken en de rechercheurs Rob Blom en Ed de Gast van de Algemene- en Politieke Inlichtingendienst (AID/PID) nader onderzoek lieten doen.
De drie politiemannen hadden op de eerste plaats tot taak zo veel mogelijk betrouwbare en gedocumenteerde gegevens van medisch technische aard betreffende King Kong te achterhalen. Voorts dienden zij ook al die achtergrondinformatie te verzamelen, inclusief foto's, die op enigerlei wijze
zouden kunnen bijdragen tot identificatie van King Kong. Tenslotte hadden zij de opdracht onderzoek te doen naar een persoon,
met wie volgens geruchten het lijk van King Kong mogelijk verwisseld zou kunnen zijn.
Dat hele onderzoek hebben zij grondig en gedetailleerd uitgevoerd. Het waren op de eerste plaats de door genoemde politiemensen (Inlichtingendienst-medewerkers) opgespoorde medisch-technische gegevens, die hebben geleid tot de uiteindelijke identificatie van de stoffelijke resten van King Kong. Uit de resultaten van hun onderzoek, vastgelegd in een omvangrijk dossier, blijkt zonneklaar dat het verhaal over 'verwisseling van lijken' uit het land der fabelen afkomstig was.
(Afbeelding 1989) Abraham (Bram) Peper (Haarlem, 13-2-1940) is een Nederlands socioloog en oud-politicus. Hij was burgemeester van Rotterdam en Nederlands minister van Binnenlandse Zaken en is lid van de Partij van de Arbeid (PvdA).(Wiki)
Op 23 april 1986 stelde wnd KC Jan A. Blaauw burgemeester Peper per brief op de hoogte van de stand van het onderzoek dat vrijwel was afgerond en dat patholoog M. Voortman hem had medegedeeld dat hij na bestudering van het opgespoorde medische-technische materiaal.'goede mogelijkheden' zag om te kunnen vaststellen of de zich in het graf bevindende resten van 'King Kong' waren en vroeg Peper te bepalen welke instantie met de opening van het graf belast zal worden.en daarvoor de benodigde opdracht te verstrekken. Met betrekking tot dit laatste deed zich vervolgens een competentie verschil voor. Er was inmiddels een 'exhumatieteam' van dertien leden opgericht, dat onder voorzitterschap stond van burgemeester Peper. In dat team hadden ook Henk Jansen en de wnd KC Jan A. Blaauw zitting.
Verder maakten daarvan onder anderen deel uit het hoofd van het Gerechtelijk Laboratorium van het ministerie van Justitie Prof. Dr. E.R. Groenveld, patholoog-anatoom M. Voorman, drs. A.M. van der Ark, apotheker-toxicoloog, dr G.J. Maat, fysisch-antropoloog, verbonden aan de Rijksuniversiteit te leiden. en ten slotte sergeant-majoor H.J.R. Jongen van de Gravendienst van de Koninklijke Landmacht. Laatstgenoemde had er in de media in ferme bewoordingen weinig twijfel over laten bestaan dat 'de klus' aan hem zou worden toebedeeld.
Zijn aanwezigheid in het team bevreemdde de wnd KC om twee redenen. Ten eerste omdat hij van mening was dat het uiteindelijk doel van de grafopening identificatie was op basis van medisch-technische expertise, niet een taak was van de Gravendienst van de Koninklijke Landmacht, maar van de beide Gerechtelijke Laboratoria. De tweede reden lag in het verlengde daarvan, namelijk dal Peper inmiddels met de hoofdofficier van Justitie mr. J.D. de Jong was overeengekomen de opgraving zonder de hulp van de Gravendienst te zullen uitvoeren.
Exhumatie
Op dinsdag 17 juni 1986 vindt 's ochtends op de begraafplaats Crooswijk te Rotterdam de opgraving van Christiaan Antonius Lindemans, alias King Kong, plaats. Na onderzoek in graf 4b vak D komt meer duidelijkheid. Het aangetroffen lijk blijkt van Lindemans. Vele van te voren door het onderzoekteam van de Inlichtingendienst verzamelde gegevens blijken overeen te komen.
Later worden in de onderzochte grond van het graf sporen van vergif iaangetroffen.. Aan de hand van onderzoek destijds en de huidige bevindingen blijken onvoldoende argumenten voor een aanwijsbare arsenicumvergiftiging. De bij de overlevenden van het verzet gerezen vermoedens dat Lindemans daar nooit is begraven en elders heeft verbleven kon met deze kostbare actie worden weggenomen.
Enige details van het vooronderzoek en exhumatie te zijner tijd !!!!!!!!!!!!!!!?????
Maak jouw eigen website met JouwWeb